==In bewerking==

Van 19 juni tot en met 13 juli 2019 fietste ik van mijn woonplaats Dordrecht naar Avignon. Voor een belangrijk deel volgde ik daarbij de route van Paul Benjaminse naar Barcelona, maar vanaf Lyon maakte ik gebruik van de Via Rhona.
Tijdens de reis maakte ik ’s avonds een kort verslagje met de WordPress-app op mijn telefoon, op deze pagina worden deze verslagen in chronologische volgorde weergegeven. Tevens wat uitbreidingen en extra foto’s. Ook wordt er nog een soort evaluatie aan toegevoegd en een overzicht van de gebruikte campings.

Dag 1, 19 juni 2019 – Op weg naar de route

De voorgaande dagen druk geweest met het bij elkaar zoeken van alle spullen. En vooral ook met het peinzen over wat ik wel en niet mee zou nemen.

Vanmorgen was ik om vijf uur op, wat voor mij zelfs nog wel een soort van uitslapen was. Fiets voor het huis zetten, en o ja, nog even de druk van de banden controleren (er mocht wel wat bij) en o ja, ik wilde de voordragers eraf halen (want ik zou ze toch niet gebruiken en anders moet het bij de bus in Avignon), en na nog een paar o ja’s was ik klaar om te vertrekken. Uitgezwaaid door mijn liefhebbende vrouw reed ik de straat uit.

Het was zonnig, al een graad of achttien en weinig wind. Toen ik eenmaal het Hollands Diep was overgestoken had ik echt het gevoel dat ik op pad was. Inmiddels begonnen zich achter mij wel donkere wolken samen te pakken. Ik dacht eerst nog dat ik er goed af kwam, maar in Terheijden aangekomen vielen de eerste druppels. Dat duurde gelukkig niet lang, en na een bezoek aan de plaatselijke bakker ging het verder naar Breda. Daar herhaalde zich het stramien: donkere wolken die eerst langs lijken te trekken maar uiteindelijk toch nattigheid geven. En deze keer viel het niet mee. Harde regen, felle flitsen en harde donderslagen. Gelukkig zat ik binnen aan de koffie, maar een beetje nat.

De rest van de fietstocht bleef het droog.

Bij de grensovergangen bij Baarle Nassau (want de grens loopt daar zo grillig dat je hem meerdere keren passeert) vond ik mijn eerste fietspad op een voormalige spoorbaan. Er zullen er meer volgen.

In de loop van de middag begon het drukkend warm te worden en de belofte die dat inhield werd een half uurtje na mijn aankomst op de camping ingelost. Harde regen en stevig onweer wederom. Toen het zo goed als droog was snel de tent opgezet, met als resultaat een redelijk vochtige binnentent. Jammer, maar inmiddels begint het weer te drogen.

Afgaande op Weeronline staat me de komende nacht nog wel wat te wachten maar morgen zou het droger moeten worden. Een enkele bui, maar geen onweer meer. We gaan het zien.

Morgen pak ik bij Diest de route van Paul Benjaminse op. Voorlopig richting Namen, ik passeer dus ook de taalgrens, en de bestemming voor morgen is de camping bij Profondeville.

Vandaag gefietst 112 km.

Dag 2, 20 juni 2019 – Op herhaling

Vijf jaar geleden maakt ik mijn eerst solofietstocht, naar Parijs. De etappe van vandaag maakt gebruik van exact dezelfde route, pas morgen, na Dinant gaat het een andere kant op. Gelukkig waren er hier en daar wegopbrekingen dus helemaal precies hetzelfde was het toch niet. Er waren stukken die ik me goed herinnerde, maar evenzogoed situaties dat ik me stomverbaasd afvroeg of ik daar echt eerder geweest was.

Wat ik me goed kon herinneren was de langdurige afdaling naar Namen. Ik wist alleen niet meer wanneer hij begon. Ik kon me het gevoel van euforie nog goed herinneren. Je hebt de hele dag regelmatig vals plat omhoog gereden en je hebt er eigenlijk wel een beetje genoeg van, en dan ga je zomaar, gratis en voor niks, tijdenlang alleen maar naar beneden.

Na Namen kom je langs de Maas (Meuze) te fietsen. Breed en prachtige rotspartijen.

Dat is voor een eenvoudige, uit de klei getrokken Hollandse jongen weer even mooi om te zien.

De eindbestemming vandaag was de camping bij Profondeville. Die bleek onhandig hoog te liggen. De weg er naartoe was dermate steil dat ik moet bekennen het laatste stukje gelopen te hebben. Dat belooft nog wat. Er staat me nog wel het een en ander te wachten.

Na een hoofdzakelijk grijze dag met zo nu en dan een licht buitje was het inmiddels zonnig geworden. Dat kwam prima uit want mijn tent was nog kledder.

Afstand 98 km, totaal 210 km

Dag 3, 21 juni 2019 – Vroeg klaar

Ik was vroeg wakker en had om zeven uur op de fiets kunnen zitten, maar de Delhaize in Dinant ging pas om acht uur open en ik wilde ze nog even in de gelegenheid stellen om croissantjes te bakken.

De route langs de Maas tussen Profondeville en Dinant is mooi en meestal goed fietsbaar. Zelfs het lange stuk met kinderkopjes dat ik vijf jaar geleden nog getrotseerd had was nu geasfalteerd. Hoewel, toch niet overal. Of ze nog op zoek zijn naar het resterende budget of dat het erfgoedgevoel toch hier en daar toch te overheersend was weet ik niet, maar er waren toch nog wat stukken waar je vullingen bijna uit je kiezen rammelen.

Wat niet veranderd is, is de mogelijkheid voor fietsers om in Dinant de Maas over te steken via de stuw. Het kan wel, maar dan moet je wel zo’n hek passeren waar je met een bepakte fiets niet of nauwelijks door kan. En bij een verkenning te voet zag ik dat de helling aan de andere kant van de stuw waarmee je weer op straatniveau (en tegenover de Delhaize) uitkomt wegens werkzaamheden was afgesloten. Dan toch toch maar de twee kilomter omgereden via de brug.
Na de boodschappen ging het verder langs de Maas, soms wat meer landinwaarts wat met het nodige geklim gepaard ging. Niet erg, een beetje trainen voor wat er nog komen gaat is juist wel goed.

En ineens was ik in Givet, en dat ligt zoals iedereen weet in Frankrijk. Geen grens gezien, maar wel al spoedig een kerncentrale. Zoals algemeen bekend worden die graag aan de grenzen geplaatst. Als er dan ellende van komt mogen de buren erin delen.

 

 

Kort na dit uitzicht volgde de heftigste klim van de dag, maar amechtig hijgend wist ik toch fietsend boven te komen.

De geplande eindbestemming was de camping bij Fumay, die had getuige de recensies die ik vond een wat twijfelachtige reputatie. Maar vijf km daarvoor passeerde ik een camping die er zeer agréable uitzag, en toen was het pleit snel beslecht. Hetgeen wel betekent dat ik die vijf km morgen nog moet rijden. Geplande eindbestemming is dan Sedan, maar je weet het maar nooit.

 

Afstand 70 km, totaal 280 km

Dag 4, 22 juni 2019 – De niet-bestaande camping

Lekker geslapen en op tijd op. En behoorlijk fris, al kan ik me dat terwijl ik dit zit te tikken nauwelijks meer voorstellen. Om kwart over zeven zat ik op de fiets en begon aan een dagje Maas/Meuse. Dan weer links, dan weer rechts, dan weer naast een kanaal dat parallel aan de Maas liep om de sluisfunctie te bieden. Doordat er nogal wat stuwen zijn is er geen grote scheepvaart meer mogelijk en voor de pleziervaart (en wellicht ook kleinere beroepsvaart) hebben ze dus die kanalen met sluizen.

Het eerste uur was best fris en ik was blij met mijn fleecevest. Ik vond het bijna jammer dat mijn handschoenen onderin mijn slaaptas zaten. Maar na dat eerste uur was het leed geleden en werd het steeds warmer.

Je kunt je afvragen of het nou leuk is, steeds maar die Maas, maar ik hou er wel van. Hij slingert zich door het landschap dus je kunt meestal niet ver kijken. Niet zoals, om maar een voorbeeld te noemen, de Zuid-Willemsvaart.

Bij Charleville-Mézières twijfelde ik of ik de stad nog in zou gaan. Ik was het wel van plan maar wilde even checken hoever het nog was naar de volgende camping in Sedan. Vertelde Google mij toch dat die camping gesloten was! Naarstig gezocht naar een alternatief en kwam op Douzy uit. Met veertien km niet heel veel verder, maar het was toch even een teleurstelling. En het ligt een stukje van de route af, maar goed, shit happens zeggen we dan, als we morgen de weg die voor de camping langs loopt verder volgen kom ik weer heel dicht bij de route uit.

De camping van Douzy bleek bij een meertje te liggen waar een zwembad met veel vermaak was gecreëerd. Niet iets waar ik meteen op af zou vliegen, maar ik had geen zin om nog verder te fietsen. Ik kreeg een plekje helemaal achterin toegewezen waar het heerlijk rustig was. Na het opzetten van de tent en het douchen ben ik even gaan kijken hoe het met de eetgelegenheid bij de camping was gesteld. Dat was helemaal zo slecht niet, noch qua ligging (terras aan het meer), noch qua eten. Ik was alleen zo dom om me te laten verleiden tot het driegangenmenu van de dag. Op de foto hiernaast zie je het voorgerecht. Dat zou op zich al genoeg geweest zijn. Het hoofdgerecht en het toetje erbij veroorzaakten een sterk gevoel van overetenheid. Afijn, de volgende dag werd het er weer afgefietst.

 

 

Afstand 98 km, totaal 378 km.

Dag 5, 23 juni 2019 – De niet-bestaande camping

Hè? Die titel hadden we toch gisteren ook al?

Vanwege de aangekondigde warmte leek het me een goed plan om vroeg op pad te gaan. Ik was mooi op tijd wakker. Zo op tijd dat ik de zon achter de heuvels zag opstijgen. Om 6.12 drukte ik op de startknop van mijn horloge en was ik weer onderweg.

Ik maakte kennis met het golvende landschap van die dag. Er werd veel gegolfd en er zaten pittige klimmetjes bij, en ik moet bekennen dat ik, toen er kort na een pittige meteen een nog pittiger volgde, even een stukje moest lopen. Ik zeg het niet graag en ik doe het niet graag, maar ik mag het ook niet mooier voorstellen dan het is.

Ik was al vanaf dag twee steeds een groepje van twee meisjes en een jonge man tegengekomen. Om beurten haalden we elkaar in, soms een keer, soms twee keer op een dag. Ik had steeds getwijfeld aan hun nationaliteit. Soms klonk het Nederlands, maar soms ook ‘anders’. Vanmorgen zat ik aan het ontbijt in de schaduw van een kerkje toen ze er weer aankwamen en het voorste meisje riep “oh nee hè”. Dat was duidelijk. Zij vroeg nog in het voorbijgaan of ik naar Barcelona aan het fietsen was en daarna waren ze weer weg. Later haalde ik ze weer in, en kennelijk vertrokken zij snel daarna ook weer want een van de meisjes reed ineens naast me. We kletsten wat. Zij wilden inderdaad naar Barcelona fietsen, maar ze leek nog wat twijfels te hebben of dat wel ging lukken.

Later kwam de jongeman van het gezelschap naast me fietsen. Hij sprak Engels! Ah, mijn twijfel klopte dus wel. Hij kwam uit Brazilië, en dat andere meisje dat kennelijk zijn vriendin was geloof ik ook. Zij studeerden in Rotterdam, het Nederlandse meisje woonde daar ook.

Ineens liet hij zien dat hij zijn stuur op en neer kon bewegen en vroeg of ik iets bij me had waarmee dat gemaakt kon worden. Ik vermoedde van wel en op een geschikte plaats stopten we even. Zoals ik al vermoedde was het euvel met een inbussleutel te verhelpen. Hij blij en ik een goed gevoel. 🙂

Daarna heb ik ze niet meer gezien en het is ook maar de vraag of dat nog zal gebeuren aangezien ik morgen een rustdag heb en zij pas later.

Rond half twaalf ontdekte ik bij een controle dat de camping waarnaar ik onderweg was dit jaar ‘wegens werkzaamheden’ gesloten was. (De titel van dit dagverslag!) Daar baalde ik van maar je doet er niks aan. Er was op vijf km een camping die wel open was, en je had de camping in Verdun. Die wilde ik wel, maar ik vond het te ver.

De kleine camping waar ik uitkwam had achterin een klein veldje (in de volle zon) en daar ging ik een poosje in het randje schaduw zitten. De beheerder was er niet en ik vond het nog te warm om de tent te gaan opzetten. Zo zat ik een poos en ik begon me steeds meer te realiseren dat ik niet blij was met de camping. Ik zocht nog eens uit hoever Google dacht dat het naar de camping van Verdun was. Negentien km? Ik doe het gewoon! En daar ging ik weer.

Onderweg heb ik menigmaal getwijfeld aan deze beslissing. Het was natuurlijk warm en er zaten flinke stijgingen in de weg en als klap op de vuurpijl zat er ook nog stevige heuvel in met een weggetje van steenslag dat ik dapper begon te bestijgen, maar na enige tijd trok ik het niet meer. Dus ik ging lopen (teruggaan vond ik op de een of andere manier geen optie) en ook dat was zwaar. Geregeld schoten mijn voeten of de fiets door de steenslag weg. Er was nergens schaduw, pas vlak voor de top een paar boompjes. Daar maakte ik deze foto:

Op de een of andere manier kun je op dit soort foto’s toch nooit echt het hoogtegevoel vangen.

De heuvel af was ook nog geen sinecure want je kunt niet in een stevig tempo met steenslag naar beneden. Althans, ik vind dat niet handig. Uiteindelijk op de camping bij Verdun aangekomen en daar zit ik op een mooi plekje, met schaduw, dit stukje te fabriceren.

Afstand 88 km, totaal 466 km

Dag 6, 24 juni 2019 – Rustdag

Dat kunnen we kort houden, ik heb niet veel gedaan. In de ochtend een wasje. Het weer was zo droogzaam dat ik het wel aandurfde om mijn beide fietsonderbroeken tegelijk nat te maken.

Ik had al lopen spieden wie ik zou aanspreken, want ik wilde mijn powerbank weer even goed opgeladen hebben. Mijn telefoon wordt meestal tijdens het fietsen goed opgeladen, maar mijn Garmin horloge loopt ook op stroom, en terwijl ik dit verslag tik raakt mijn telefoon toch ook weer leger. En om nou een kilometer of vijftig te gaan fietsen alleen maar om mijn telefoon op te laden…

“Mag ik u wat vragen?”

“U mag alles vragen”

Zo begon het, en voor ik wist zat ik bij Jan en Mathilde uit Hummelo op de koffie. Later in de middag werd ik ook nog uitgenodigd voor een biertje. Volop genoten van de Achterhoekse gastvrijheid en we hadden het gezellig met elkaar. En mijn powerbank werd ook nog eens helemaal opgeladen.

Verder gelezen en aan het eind van de dag nog even naar downtown Verdun gewandeld.

Dag 7, 25 juni 2019 – Naar de camping die geen camping is

Thuis al had ik contact opgenomen met de eigenaars van b&b Le Paradis in Buxerulles. Naar verluid zou je voor een geringe vergoeding bij hun in de boomgaard mogen kamperen. En als je wilde kon je ’s avonds voor 27,50 bij hun aan tafel voor een viergangendiner. Dat leek me wel wat.

Doordat ik niet in Charny kon kamperen was ik vanuit Verdun al dichter bij de bestemming dan ik tevoren bedacht had. Gezien de warmte vond ik dat geen probleem.

De route was niet heel spectaculair en op het laatst zelfs nogal vermoeiend, want vanuit Saint-Mihiel was het vanuit het Maasdal constant klimmen tot een hoogte van zo’n 380 meter. Zo hoog was ik nog niet deze reis. Het gaat zeker nog hoger worden, maar niet de komende dagen al.

Net in Saint-Mihiel ontwaarde ik een bakker met een terrasje. Daar zouden er meer van moeten zijn!

In eerste instantie stopte ik alleen om een croissantje te scoren (ik was al eerder een andere bakker tegengekomen maar die had een erg beperkt assortiment, zelf geen pain complet, dat hadden ze alleen op jeudi en vendredi als ik me goed herinner), maar toen ik binnen zag ik dat ze ook gekoelde drankjes verkochten, en toen was het pleit snel beslist.

 

 

Toen ik bij Le Paradis aankwam leek het in eerste instantie uitgestorven, maar ik zocht een makkelijke stoel in een schaduwplekje en wachtte de ontwikkelingen af. Al spoedig bleek dat Annelies en Cees toch wel degelijk thuis waren. ’s Avonds bij het diner schoof er nog een Frans stel uit de Elzas aan. Mijn Frans biedt weinig mogelijkheden voor uitgebreide conversatie, maar doordat zij ook Duits en een beetje Engels spraken werd het toch nog erg gezellig, 🙂

Na het eten mijn tentje pas opgezet, voor die tijd vond ik het te warm. Aanstellerij, ik weet het.
Ik had het met de gastheer nog gehad over de klim uit Saint-Mihiel onderweg naar hun huis. Hij verzekerde dat het morgen met een behoorlijke afdaling zou beginnen, en dat het naar het oosten toe veel vlakker was. Dat eerste klopte, het tweede heb ik later geclassificeerd als een opmerking van een automobilist.

Afstand 43 km, totaal 509 km

Dag 8, 26 juni 2019 – De bijna te hoge camping

Omdat er weer flink hoge temperaturen verwacht werden wilde ik uiterlijk half zes op de fiets zitten. Dan is het al wel licht maar de temperatuur is op zijn laagst. Twintig graden in dit geval. Dat betekende dus uiterlijk vier uur opstaan. Dat lukte prima, en om 5.20 zat ik in het zadel. Na een korte klim naar de route kon ik verder gaan met de afdaling van de vorige dag, zo ongeveer tot Lac de Madine. Het was mooi om de zon boven het het meer, bijna uit het meer te zien opkomen.

Het golfde heel behoorlijk en ik kwam toch wel een paar adembenemende klimmetjes tegen. Tot het moment dat de afdaling naar het Moezeldal begon en ik kon genieten van het vrijwel vanzelf naar de Moezel toe rijden.

Onder een brug, dus in de schaduw, mijn laatste nectarine verorberd en ondertussen genoten van de rust die vaak van zo’n rivier uit gaat. De laatste keer dat ik de Moezel zag was vier jaar geleden, bij Koblenz, waar hij in de Rijn uitmondt. Ik was toen op de fiets onderweg naar Wenen.

Het was tien over half negen en de warmte was inmiddels goed voelbaar. Via een route min of meer langs de Moezel, soms op een fietspad erlangs, soms op een weg in de buurt, bereikte ik in de volle hitte Nancy. Duidelijk voelbaar is dat het in de stad nog weer een stuk warmer is dan erbuiten.

 

In het centrum een stukje gewandeld in de schaduw, met de fiets aan de hand, en kwam zo uiteindelijk op het veelgeroemde Place Stanislas.

Het komt er op de foto niet zo uit, maar ik vond het echt een prachtig plein. Heel licht en statig, met veel allure.

Inmiddels had ik 75 km fietsen achter de rug en wist dat ik nu moest gaan beginnen aan het stuk waar ik al de hele dag tegenop gekeken had, de klim naar de camping. Met name de laatste km hakte er hard in. Met een gemiddeld stijgingspercentage van zo’n vijf procent (er waren ook delen van tien procent) langs een betrekkelijk drukke weg vrijwel zonder schaduw wist ik al na enkele meters dat ik dit niet fietsend voor elkaar ging krijgen. Maar lopen met een zware fiets aan de hand in de volle zon viel ook niet mee. Er bleken gelukkig toch kleine plekjes schaduw te zijn en ik sleepte me van schaduw naar schaduw. Ik denk dat ik bijna oververhit was, maar langs die weg blijven staan was ook niet echt een optie.

Afijn, uiteindelijk toch aangekomen en na inschrijving op mijn plekje mijn stoeltje uitgepakt en in de schaduw veel gedronken en zoute dingetjes gegeten.

Ik heb besloten om nog een dag extra hier te blijven. Een ander besluit is dat ik zolang de hitte voortduurt ik mijn etappe-indeling zal aanpassen. De etappe van ruim honderd km van morgen knip ik in tweeën. Als dat uiteindelijk betekent dat ik een stukje met de trein moet gaan om op tijd in Avignon te zijn is dat maar zo.

Ik zie dat ik nalatig ben geweest met het vermelden van afstanden en totalen. Ik ha het uitzoeken, maar nu niet. Tijd voor het ontbijt. 🙂

Afstand 82 km, totaal 591 km

Dag 9, 27 juni 2019 – Dagje op de camping

Zoals ik al meldde heb ik deze dag in alle rust doorgebracht. Grotendeels door bij mijn tentje met de schaduw mee te bewegen en verder te lezen in Max, Mischa en het Tet-offensief. Prachtig boek, bijna op de helft.

Nog wel een wandeling naar de supermarkt gemaakt, 2,5 km heen en 2 5 km terug, grotendeels in de zon en langs diezelfde weg waar ik de dag ervoor zo had lopen zwoegen. Ik had nu geen last van de hitte, dus kennelijk was ik alweer aardig hersteld van de verhitting.

Verder valt er niet veel te melden. Ook geen foto’s gemaakt.

Dag 10, 28 juni 2019 – Verder zuidwaarts

Vanaf Nancy had ik eigenlijk een etappe van ongeveer 100 km gepland, maar ik had gisteren al besloten dat ik Charmes, met ongeveer 60 km al ver genoeg vond.

Het lukte me weer om vroeg op te staan en reed om half zes het terrein af. De omgekeerde route reed uiteraard een stuk soepeler. Vanaf deze kant zag ik ook een waarschuwingsbord voor een afdaling van 10%.
Vanaf Nancy grotendeels langs diverse kanalen gereden. Het was nog koel en de bomen langs de kanalen leverden heerlijke schaduw.

Hier gebruikte ik mijn ontbijt. Doordat het zo lekker reed twijfelde ik nog of ik niet toch nog een stuk(-je) verder zou rijden, maar ik heb er niet aan toegegeven.

 

 

 

 

 

Wat doe je als er op je route staat aangegeven dat de weg ‘barrée’ is? Het is een paar keer gebeurd, en je probeert in te schatten 0f de weg ook voor fietsers is afgesloten. Vaak valt het immers wel mee, en kun je bijvoorbeeld via een stoepje wel langs de plek des onheils komen.
In dit geval zag ik dat de barricade maximaal 500 m van de plaats verwijderd was waar de omleiding begon, dus ik durfde het wel aan. Maar zoals te zien is op de foto was de boel tamelijk hermetisch afgesloten. Dus weer terug naar de D-weg waar ik net af kwam en toch nog maar een stukje met de auto’s opgetrokken. Het waren er niet heel veel, maar er werd soms stevig doorgescheurd. Ik heb me geen moment onveilig gevoeld.

De plannen voor morgen zijn wederom vroeg op pad gaan. In Gironcourt boodschappen voor het weekend doen en dan beslissen hoe ver ik nog wil en kan rijden. Morgen zullen we het weten.

Afstand 61 km, totaal 652 km

Dag 11, 29 juni 2019 – Heuvels en hitte

oen ik wakker zag ik dat het al tien voor vijf was. Maar ik had de wekker toch op kwart over vier gezet? Snel opstaan en de boel pakken, ondertussen nadenken over de wekker. Toen realiseerde ik me dat de wektijden voor werkdagen stonden ingesteld en het was zaterdag. Ach ja.

Toch was ik om half zes op pad, dan maar geen koffie voor het fietsen.

<begin vies praatje>
Die koffie drink ik voor ik op pad ga, omdat het de stoelgang stimuleert en ik dan onderweg geen aandrang krijg. Want dat laatste is vervelend mensen.

En dus moest ik onderweg en was er gelukkig een stil stukje bos te vinden, hopelijk zonder teken, muggen en processierupsen die het op mijn achterwerk voorzien hadden. Het kwam goed, maar morgen toch maar weer koffie voor de start.
<einde vies praatje>

De route ging lange tijd langs het Canal des Vosges met om de hele of halve kilometer een sluis die me telkens een paar meter hoger bracht. Vrij kort voor Epinal ging de route samen met het Canal rechtsaf. Kennelijk hadden we het hoogste punt gehad, want de sluizen bleven voorbijkomen, maar nu zakte ik steeds een paar meter.

De sluizen waren genummerd en zagen er allemaal ongeveer hetzelfde uit. Sluiswachters zijn er niet meer, het hele proces gaat automatisch.

 

 

De supermarkt in Girancourt waar ik na 37 km voor stond stelde me wat teleur, ze waren nog niet open. Het was acht uur! Ik zou een uur moeten wachten, maar daar had ik geen trek in. In Fontenoy le Chateau, na bijna zeventig km voelde ik me nog fris. Er was ook geen camping, maar de eerstvolgende die langs de route lag was over veertig km. Moest kunnen vond ik.

Dat viel toch wat tegen. Toen de zon eenmaal hoog stond en er vrijwel geen schaduw meer was werd het zwaar. Het traject was ook niet echt vlak te noemen.
En als je dan eindelijk wat schaduw vindt meteen maar even een pauze inlassen. Ik begon me een beetje slap te voelen en vermoedde dat iets zouts eten weleens zou kunnen helpen. Gelukkig had ik nog een zakje eenkopssoep in mijn tas en voldoende water om het klaar te maken. Daar knapte ik wel aardig van op.

Toen ik eindelijk in Port-Sur-Saône was had ik nog wat moeite om de camping te vinden. Ik had niet goed op de telefoon gekeken, de camping lag aan de andere kant van de Saône dan ik dacht. En toen ik dan aan de goede kant van de rivier was beland, was het nog een beetje dwalen voor ik de camping vond.  Behoorlijk afgepeigerd stond/zat ik uiteindelijk op mijn schaduwrijke plekje. Voor slechts 5,20, daar kan een mens niet voor tobben. Ze mogen wat mij betreft de prijs best met dertig cent verhogen en dan ook WC-papier ophangen, maar helaas zie je dit meer bij de goedkopere campings. (En ook wel bij de duurdere trouwens)

Ik was niet de enige die blij was met mijn tentje:

Gisteravond disco op de camping, en dat was goed te horen, maar het moet gezegd, om tien uur ging het zacht en half elf was het stil. Wel werd ik later nog wakker door vuurwerk maar dat hoorde vermoedelijk bij een bruiloft die bij een restaurant even buiten de camping werd gevierd.

Afstand 114 km, totaal 766 km

Dag 12, 30 juni 2019 – Effe uitpuffen

Door de vermoeienissen van gisteren een dag extra op de camping gebleven. Niet veel bijzonders gedaan, maar wel even de rest van de route op een rijtje gezet. Hoeveel tijd heb ik nog, en wat moet er dan allemaal gebeuren?

De tijd is natuurlijk duidelijk, op zaterdag 13 juli moet ik in Avignon zijn, anders mis ik de bus naar huis.

Ik heb mezelf vijf dagen gegeven om in Lyon te komen. Dat lijkt haalbaar. In Lyon heb ik een kamer geboekt in een hostel dat nagenoeg aan de route ligt. Ik hoef die dag maar vijftig km te fietsen dus er resteert dan ook nog tijd om de stad even in te gaan.

Het is dan nog ruim 250 km naar Avignon en daar heb ik dan nog ongeveer een week voor. Dat is normaal gesproken gewoon haalbaar.

Ik ontmoette gisteren een stelletje uit Zeeuws-Vlaanderen die 9 weken vakantie hebben en nu een rondje Frankrijk aan het doen zijn. Mooi streven. Ik vond wel dat ze heel veel spullen mee hebben. Ik vind die twintig kilo van mij al behoorlijk trekken, maar zij hadden echt veel meer. Nou ja, misschien komen ze er nog op terug en sturen ze spullen naar huis. 🙂

Dag 13, 1 juli 2019 – Wat meer? Of toch maar niet?

Op de gebruikelijke tijd ging de wekker en hoewel ik niet heel goed geslapen had stond ik makkelijk op. Een half uurtje later zag ik ook activiteiten bij de Zeeuwse vrienden. We raakten aan de praat over de route. Zij volgen de Groene Wegen-route en hadden vandaag een paar flinke klimmetjes voor de boeg. Met name zij zag er wel tegenop. Omdat ze uiteindelijk ook de Via Rhona willen gaan volgen suggereerde ik dat ze wellicht ook mijn route konden doen, die leek wat lichter. Hij heeft nog wat foto’s gemaakt van kaartjes uit mijn boekje en daarna ging ik op pad. Misschien hoor ik nog eens hoe het verder ging.

Er zaten een paar overzichtelijke maar toch wat gemene klimmetjes in, maar overwegend viel de route me erg mee. Groot stuk lang de Saône, soms een stukje ervan af.

Het was me opgevallen dat een bepaald type kerktoren erg populair is in deze streek. Deze toren van Ray-sur-Saône is daar een voorbeeld van. (Sorry, hij staat een beetje scheef, zodra ik weet hoe het moet zal ik hem aanpassen)

Dit soort torentjes dus in allerlei variaties. Ik vind het wel mooi eigenlijk.

In Gray aangekomen, mijn potentiële stopplaats voor vandaag heb ik na veel getwijfel besloten om nog dertig km door te fietsen. Ik vond de camping er niet leuk uitzien en wilde wat meer tijd voor Beaune hebben, de bestemming voor morgen.
Een kilometer of vijf na Gray, net over een bruggetje waarna ik linksaf langs een kanaal zou moeten gaan, stonden er hekken pontificaal midden op de weg. Route barrée. Reden: chutes d’arbres. Vallende bomen? Zou het echt? Ik zag op de kaart dat er niet echt een alternatief was, en er werd ook geen deviation aangegeven. Ik besloot het erop te wagen. Goed luisterend of er geen boom op omvallen stond. Na een paar kilometer stond ik bij het hek aan de andere kant van de barrage. Het kan natuurlijk zijn dat men wist dat er wat zwakke bomen stonden, en dat er stevige wind verwacht werd, en daarom op voorhand de boel maar had afgesloten. Ik was in elk geval blij dat ik veilig aan de overkant was gekomen.
En zo kwam ik dan uiteindelijk uit in Pontailler-sur-Saône. Het is vanaf hier nu nog maar zeventig km naar Beaune. Dan heb ik normaal gesproken zeker nog een deel van de middag om toerist te zijn.

Afstand 98 km, totaal 864 km

Dag 14, 2 juli 2019 – Welkom in de Bourgogne

Volgens mij was ik strikt genomen al even in de Bourgogne, althans ik was er niet pas op het moment dat ik Beaune binnen reed, maar doordat ik vlak voor de eindbestemming de eerste wijngaarden zag voelde het nu echt zo

De start van de dag week niet af van die van andere dagen de afgelopen werk. De wekker ging om kwart over vier maar ik lag al een beetje onrustig voor het zover was. Het is dan nog donker, maar als ik het een beetje voorbereid heb kan ik al een hoop doen voor het licht is. Bijvoorbeeld de slaapzak in zijn compression bag, de luchtmatras in zijn zakje, de overige spullen per tas sorteren, en dan is het meestal tijd om naar de wc te gaan. Als ik daarvan terug kom is het licht genoeg om de tassen te gaan inpakken. Alleen de eettas nog niet, want ik zet eerst even koffie. Dan is de buitentent aan de beurt. Die kan er af als er nog spullen in de binnentent liggen. Opvouwen en oprollen en als hij nat is in een extra plastic zak voor hij in de tentzak gaat. Ondertussen koffiedrinkend pak ik de rest in de tassen. Voor de brander moet ik even wachten tot hij zo is afgekoeld dat ik hem kan beetpakken anders brand ik mijn vingers. Tot slot de rest van de tent opruimen en in de zwarte tas doen. Ondertussen mogelijk/hopelijk nog een keer naar de wc en dan vul ik ook meteen de bidons en de PET-fles met water.

Nou, dan is het wel zo’n beetje half zes en ben ik klaar om te vertrekken. PocketEarth op de iPhone instellen, telefoon op mijn stuur klikken, kabeltjes aansluiten, mijn horloge het bijhouden van de route laten starten, en daar gaan we.

Vanmorgen was ik een paar kilometer onderweg toen ik dit tegenkwam.

Ik probeerde er aan te sjorren, ene kant, andere kant, maar geen beweging in te krijgen. Gelukkig paste ik er aan de rechterkant met een beetje moeite langs. Ik herinnerde me ook dat het gisteravond op een gegeven moment harder was gaan waaien, ik had zelfs enkele druppels regen gevoeld. Bij die gelegenheid zal de populier wel omgegaan zijn.

 

Het was een mooie route gedeeltelijk door bossen, meestal over goede paden, een enkele keer over paden die niet erg stevig aanvoelden met veel steenslag. Met name toen dat een keer bij een langere afdaling gebeurde vond ik dat wel frustrerend. Je kunt dan geen snelheid maken Geen loon naar werken.

Het gebeurt niet vaak dat ik door dorpjes met voorzieningen als een bakker kom. Vandaag was dat in Aiserey wel het geval en daar ook direct gebruik van gemaakt. Ik had nog brood van drie dagen oud en daar krijg je weliswaar niks van maar vers is toch lekkerder. Ik was er nu toch en kocht er een gebakje bij dat ik heerlijk in het parkje vlakbij opat.

Dat mooie doosje had niet gehoeven, maar het was gebeurd voor ik het door had en het zag er toch wel feestelijk uit. En, niet onbelangrijk, het smaakte ook heel feestelijk.

Ik was mooi op tijd in Beaune. Op de camping werd ik verrast door een man bij de receptie die Nederlands sprak. Een heel licht accent deed me vermoeden dat hij wellicht toch geen Nederlander van geboorte is. Voor de communicatie was dit wel prettig uiteraard.
Toen ik na het inschrijven met mijn fiets richting ‘emplacement’ wilde gaan kwam hij nog even naar buiten. Hij was geïnteresseerd in mijn (Santos-)fiets.

Eerst even uitpuffen in de schaduw, tentje opzetten, douchen en de stad in. Mooi, sfeervol, veel toeristen en warm natuurlijk. Ik kreeg nog ruzie met mijn tamelijk nieuwe camera. Telkens als ik een foto maakte produceerde hij 6 of 7 opnamen, steeds op een andere manier belicht. Ik kon niet verzinnen hoe ik weer uit moest zetten. Het wreekte zich dat ik hem te kort voor de reis had gekocht.Na een paar uur hield ik het voor gezien. En dat betreft ook het schrijven van dit dagverslag. Morgen rijd ik naar Cluny en daarmee is dan boekje deel 1 uit.

Afstand 71 km, totaal 935 km

Dag 15, 3 juli – En toen was boekje 1 uit

Door vandaag in Cluny aan te komen kan boekje één van het tweeluik “Fietsen naar Barcelona” in de prullenbak. Figuurlijk dan hè, want ik vind het leuke bewaarboekjes. Ik heb ook helemaal niet de neiging om ze in de verkoop te doen zoals ik wel zie gebeuren.

Ik had een onrustige nacht in Beaune door mijn buurman die herhaaldelijk zo overweldigend moest hoesten dat ik bang was dat hij erin bleef. Ik heb er vandaag verder geen last van gehad. Van het slechte slapen bedoel ik. Van de buurman uiteraard ook niet.

Het eerste deel van de tocht ging door de wijnvelden van beroemde chateaus. Tenminste, zelfs ik als niet-kenner had wel gehoord van Pommard en Meursault. Het heuvelde wat, maar niets dat ik niet aankon.

Na wat fietswerk door bossen kwam ik uiteindelijk uit op de Voie Verte, een Franse langeafstandfietsroute. Aangelegd op het tracé van een voormalige spoorbaan, dus nooit steil.

Op deze weg bereikte ik het punt dat ik 1000 km van huis was.

Daar zag het er ongeveer zo uit.
Om het verwarrend te maken heb ik twee meetmethodes in gebruik. Deze 1000 km is afkomstig van mijn z.g. fietscomputer. Die loopt aardig gelijk met gemeten GPS-kilometers, dus ik acht hem behoorlijk betrouwbaar. Voordeel hiervan is dat ik nooit kan vergeten om hem aan te zetten.
De dagelijkse afstanden die ik in dit verslag noteer zijn afkomstig van mijn Garmin-horloge. Die zijn op zichzelf ook tamelijk betrouwbaar, maar ik denk er weleens te laat aan om hem te activeren. Ook zet ik hem meestal niet aan voor kleine ritjes naar bijvoorbeeld de supermarkt. Dus we zullen zien dat per saldo de som van de etappes minder is dan het totaal van de fietscomputer.
(Nu zou je kunnen zeggen: gebruik de dagteller van je fietscomputer als die zo betrouwbaar is. Dat zou kunnen, maar mijn ervaring is dat ik geregeld vergeet om de daarvoor noodzakelijke handelingen te verrichten. Met de Garmin gaat er toch minder fout. Bovendien kan ik via de Garmin-gegevens altijd als ik weer thuis ben, of zelfs onderweg, de route zien die ik gefietst heb).

Vroeg in de middag was ik op de camping waar ik het verder rustig aan deed. Nadat ik gisteren in het restaurant op de camping had gegeten vond ik het nu weer tijd voor een zelfopgewarmde hap. Die gaat niet ik de herhaling. Iets uit een zakje om op te warmen uit een Franse supermarkt, ik vond het niet lekker.

Vanavond Cluny nog even in geweest. Leuk sfeervol plaatsje met een oude, grote abdij. Daar krijg je dan dit soort plaatjes van:

Morgen wordt vermoedelijk de heftigste dag qua klimmen. Ik zie er eerlijk gezegd een beetje tegenop, maar uiteindelijk komt het vast goed. 🙂

Oh ja, en de TGV rijdt vlak langs de camping. Is weer eens wat anders dan een hoestende buurman. Ik had er uiteindelijk geen last van.

Afstand 81 km, totaal 1016 km

Dag 16, 4 juli 2019 – Een nieuw hoogterecord

Vandaag dan de dag waar ik toch al even tegenaan zat te hikken. Er moest serieus geklommen worden en ik was onzeker of ik het aan zou kunnen.

Maar ik moet beginnen met een klacht over de beschrijving in mijn routeboekje. Benjaminse suggereert door zijn wijze van beschrijven dat we vandaag om te beginnen gewoon verder gaan met dat ‘heerlijke fietspad’ (zijn woorden) waar ik gisteren ter hoogte van de camping in Cluny mee gestopt was. Nou, ik mag wel zeggen: niets was minder waar. Ik vermoed dat het oude treintracé waar we gisteren over reden is ingepikt door de TGV en dat het fietspad daardoor gedwongen opgeschoven is. Dat resulteerde in nogal wat pittige klimmetjes waar ik eerst nogal buiten adem van raakte. Niet echt een ideale warming-up zo direct na de start.

Op een gegeven moment ging het fietspad een spaarzaam verlichte lange tunnel in van 1600 meter lang. Bijzondere ervaring. In de winterperiode is de tunnel afgesloten vanwege de winterslaap van de aanwezige vleermuizen. Na de tunnel zaten we weer op de oude spoorbaan, want toen reed het weer soepel.

Niet lang daarna wordt de Beaujolais bereikt en begint tevens het klimmen (en dalen uiteraard, what goes up must come down).

Ik kwam weer langs een beroemd wijndorp. Fuissé, zelfs ik had er weleens van gehoord, en ik wil mezelf niet echt een wijnkenner noemen. (Terzijde, ik zag gisteren (26 juli ’19) bij de plaatselijke AH een flessen witte wijn van Pouilly-Fuissé. Leek me leuk om aan te schaffen, maar ja, wel 18 euro. Zoveel geef ik meestal niet uit aan wijn. Misschien toch gewoon eens doen.)

Dit is Fuissé:

De beklimming waar ik tegenop had gezien ging tot een hoogte van ruim 430 meter, en dat was een persoonlijk hoogterecord op eigen kracht. Het was zwaar, maar met een paar korte rustmomenten lukte het me toch. De een na lichtste versnelling van mijn Rohloffnaaf was nodig, dan kroop ik met een snelheid van 7-8 km/u. Langzamer kan haast niet, dan val je om. 🙂

Ik bereikte het hoogste punt eerder dan verwacht (beter zo dan omgekeerd) omdat ik ten onrechte uit de beschrijving in het boekje had opgemaakt dat het punt in Fleurie lag, en dat was nog 4 km verder.

Dan natuurlijk de onvermijdelijke afdaling (met helm!), dat is dan een mooie beloning. Ik was vrij vroeg op de camping van Montmerle, ik had me 20 km in de afstand vergist. Het was dus dichterbij dan ik dacht. (Alweer!) Ik vond het wel best, niet echt serieus overwogen om toch nog verder te gaan. Morgen naar Lyon is ook maar vijftig km.

Afstand 62 km, totaal 1078 km

Dag 17, 5 juli 2019 – Nog een beklimming, maar dan anders

Het was niet een heel bijzondere fietsdag. Deels langs de Saône, deels wat meer van de rivier af, met als onvermijdelijke consequentie dat er weer wat hoogtemeters gemaakt moesten worden. Maar niets dat heel zwaar was.

Wat altijd even spannend is, is een bord langs de weg dat deze weg verderop is afgesloten. Ik kijk dan altijd even op de kaart of er een alternatief is dat er niet al te onaangenaam uitziet. Toen dat gisteren gebeurde was het alternatief een drukke weg. Daar had ik geen zin in, dus ik waagde het er maar op. Dat bleek terecht in de geval, er was een wegopbreking in het dorp over de volle breedte van de weg, maar er was gelukkig nog een parallelstraatje.

Je kon wel merken dat ik Lyon naderde, het werd steeds drukker. Maar gelukkig vaak fietspaden of -stroken. En zo kwam ik dan eindelijk bij de tunnel Croix Rousse aan. Dit is volgens mij de tunnel die vroeger alleen voor autoverkeer werd gebruikt en waar je door moest als je naar Zuid-Frankrijk ging, of er vandaan kwam uiteraard. Nu is een buis voor fietsers en wandelaars ingericht. En inrichten mag je letterlijk nemen, er waren bewegende beelden op de muur en er was muziek. Je kunt je afvragen of de verkeersveiligheid ermee gediend is. 😊

Om elf uur was ik bij mijn hostel en zoals ik had verwacht was dat te vroeg om in te checken. Wel kon ik mijn bagage in lockers achterlaten en mijn fiets binnen zetten.

Daarna te voet verder gegaan. Eerst een poosje op een muurtje in de schaduw gezeten met wat te drinken en heerlijke kersen. Daarna eerst even naar de Rhône, de laatste rivier van mijn reis, en daarna doorgestoken naar die andere rivier, de Saône. Aan de oever van die rivier wat kaartjes geschreven en ondertussen zitten bedenken of ik nou echt naar “die kerk daarboven” zou gaan.

Deze dus:

De kerk bleek ruim 150 meter hoger te liggen dan het punt waar ik de foto maakte, en misschien moet ik er nog even aan herinneren dat de temperatuur zoals gebruikelijk tijdens mijn reis weer ruim boven de 30 graden lag. Na aanmoediging van het thuisfront besloot ik het erop te wagen, en daar had ik, toen ik eenmaal boven was, geen spijt van.

 

 

 

 

 

 

Tegen drie uur was ik terug bij het hostel en kon ik inchecken. Mooie ruime kamer, maar voor de 85 euro die het moest kosten zou je wel een eigen douche en WC verwachten. Afijn, aan deze faciliteiten mankeerde verder niet veel, en weer eens beschikbaar WC-papier was ook wel fijn.
Gedoucht en rustig aan gedaan, middagdutje geloof ik zelfs. ’s Avonds vanwege de airco bij de Mac gegeten. Mijn eenmaal-per-vakantiezonde.

Verder ben ik blij als ik weer in mijn tentje slaap.  Zo’n stad koelt veel minder af dan een camping, waar ook vaak nog wel een windje staat. Voordeel van een hostel is dat ik alles wat opgeladen kon worden weer even op niveau heb gebracht. Ik ga zo mijn boeltje maar eens inpakken en kijken of ik inderdaad vroeg kan uitchecken zoals mij gisteren werd gezegd.

Afstand 51 km, totaal 1129 km

Dag 18, 6 juli 2019 – Langs de Rhône deel 1

Nadat ik gisteravond in de stad even wat gegeten had ben ik op mijn warme kamer nog wat aan het puzzelen geweest hoe ik de resterende kilometers naar Avignon zou gaan indelen. Ik was er nog niet klaar mee toen ik zo’n beetje instortte. Ik vlijde me neer op het bed, en voor ik het wist was het een uur of vijf. Nog steeds warm en benauwd en waarschijnlijk als gevolg daarvan ook hoofdpijn. Ik ben mijn boeltje gaan inpakken, drie keer gecheckt of ik echt alles had (dat is op een camping toch duidelijker, dan is je plek leeg) en me bij het hostel afgemeld. Ja, ik was ook verbaasd dat dat zo vroeg kon, maar dat hadden ze me gisteren verzekerd en dat bleek te kloppen.

Langs de linkeroever van de Rhône reed ik richting de Confluence, de plaats waar de Saône en de Rhône met elkaar versmelten. Op die plek is ook een museum gebouwd, een bijzonder gebouw, maar daar was het uiteraard nog te vroeg voor.

Ik kan me niet herinneren dat ik tijdens mijn fietsreis zoveel (vooral rode) verkeerslichten was tegengekomen als tijdens de eerste vijfentwintig km van deze dag. Ik moet toegeven dat ik er wel enkele, wegens gebrek aan medeweggebruikers, heb genegeerd. Maar op een gegeven moment, na een uitstapje meer naar het binnenland ( en dus omhoog) werd de omgeving weer mooi en reed ik langs boomgaarden met rijpe abrikozen en zag ik verderop, hoger op de heuvels, weer wijngaarden liggen. Uiteindelijk kwam ik weer direct aan het water te rijden.

Zoals hier, met Vienne aan de overkant.

Na vrijwel precies 60 km kwam ik aan bij La Lône, de camping van vandaag. En ook van morgen, want ik heb besloten hier een dag extra te blijven. Ik hoef pas vandaag over een week in Avignon te zijn, dus tijd zat.

Het was hier toen ik aankwam erg warm en benauwd. Inmiddels is het iets beter te doen. Het schijnt dat France Meteo code oranje heeft afgegeven ivm regen, hagel en onweer. We gaan het zien, als het me te dichtbij komt ga ik wel in het restaurantje of andere ‘echte’ gebouwen schuilen.

Afstand 61 km, totaal 1190 km

Dag 19, 7 juli 2019 – Dagje luieren

Toen ik van de vorige camping vertrok had ik mij voorgenomen een dag extra op de volgende te blijven als het er een beetje fatsoenlijk uitzag. Dat is een rekbaar begrip maar ik vond het prima zoals het er lag. Mijn plek is een groot deel van de in de schaduw te ‘bezitten’, hooguit een beetje jammer dat er bijna geen gras groeide.

Veel gelezen vandaag, vanmorgen nog een paar boodschappen in het nabijgelegen dorp (loopbare afstand) en de was gedaan!

Waar een fiets al niet goed voor is.

Verder valt er over deze dag niet veel te melden. Ja de voetbalvrouwen verloren van de USA. Niet veel mensen zullen er echt verbaasd over geweest zijn.

Oh, en die bui gisteravond. Die was wel even hevig. Flinke ontladingen en gedonder en een leuke sloot water. Tijdens het hoogtepunt stond ik inderdaad bij het sanitairgebouw. Dat voelde toch iets veiliger.

Vandaag zijn er drie druppels gevallen en heeft het wat gerommeld. Volgens Météo-France was dat het voorlopig weer.

Morgen weer fietsen, en het blijft warm, dus vroeg op pad.

Dag 20, 8 juli 2019 – Dan weer links, dan weer rechts, oftwel: Langs de Rhône deel 2

Vanmorgen ontdekte ik dat half zes gaan fietsen bijna te vroeg wordt. Voor de warmte is het nog steeds fijn, maar het wordt later licht. Of het is omdat de langste dag al weer een paar weken achter ons ligt, of omdat ik zuidelijker begin te geraken? Mogelijk allebei wat.

Ik hoefde vanaf de camping maar een klein stukje over de weg waarover ook auto’s reden en toen zat ik al op de dijk waar de Via Rhona zich verder voor mij uitrolde. Daardoor kon ik de fietsverlichting uit doen en begon het opladen van mijn telefoon weer. Die was inmiddels naar 37% gezakt. Voor ik een uur verder was stond al weer boven de 80%. Het fietsen ging vlot, ik had goede benen zoals dat kennelijk in de wielrenwereld heet. Toen ik twee uur gefietst had was ik een km of vijfendertig verder en werd het tijd om wat te eten en te drinken.

Zoals de dagtitel al verraadt fietste ik dan weer aan de ene en dan weer aan de andere kant van de Rhône. Dit werd mede bepaald door de aanwezigheid van industriegebieden en de aanwezigheid van geschikte paden stel ik mij zo voor. Het volgen van de Via Rhona is erg simpel. Ik kijk nog wel naar de route op mijn telefoon, maar eigenlijk is hij gewoon heel goed bewegwijzerd. Op sommige wegen waar ook auto’s mogen rijden liep er zelfs een groene onderbroken streep langs de weg om aan te geven dat je nog steeds goed ging.

Bij elke overgang naar de andere oever werd ik welkom geheten in de Drôme nadat ik gedag was gezegd door de Ardèche, of omgekeerd. De Rhône vormt hier duidelijk de grens.

Na ruim tachtig km (dat waren er tien meer dan Google Maps had gedacht, maar die ging dan ook over de N7, de malloot), kwam ik op de camping aan. En tegen afdracht van € 9,22 mocht ik in een apart hoekje voor fietsers zelf kiezen welk stukje ik wilde bezetten.

Kort daarna arriveerde er een Frans stel, hij op een ligfiets, zij op een bukfiets zoals ligfietsers dat noemen, die uitvoerig met elkaar discussieerden over de gewenste plek. Ik denk dat ze het liefst mijn plekje hadden willen hebben. Later sprak de man, die enigszins Engels sprak, mij aan en raadde me af om de maaltijd op de camping te gebruiken. Het was veel en vet geweest. Hij vertelde ook dat ze al in mei van huis waren gegaan en pas in oktober weer thuis zouden komen. Dat is nog eens wat anders dan drie weken trekken.

Morgen de een-na-laatste fietsdag. Nog twee dagen van ruim zestig km gok ik. En dan nog een paar dagen toerist zijn in Avignon.

Nog een foto? Ja natuurlijk. Vanmorgen een mooi uitzicht over de Rhône. Ik blijf ervan houden, kronkelende rivieren.

Afstand 83 km, totaal 1273 km

Dag 21, 9 juli 2019 – Niet heet én voor de wind

Het was qua weer inderdaad een heerlijke dag. Pas nadat ik op de camping was aangekomen ging de temperatuur naar boven de 25 graden, maar niet eens heel veel. En die wind, daar heb ik natuurlijk veel mazzel mee. Al een paar weken waait hij hoofdzakelijk uit het noorden en nu ook al een paar dagen vrij stevig. Dat merk je niet zo, totdat de route een slinger landinwaarts maakt en je ook een stukje tegenwind hebt.

Net als gisteren wisselden de linker- en de rechteroever elkaar wat af. Soms heel mooie vergezichten en rotspartijen, maar ook reed ik zo’n beetje langs de voordeur van een kernenergiecentrale. Zo’n ding doet toch wel een beetje apocalyptisch aan, zeker als er van die grote rookwolken uit de koeltorens komen. Het is vast heel veilig, maar ik was blij toen ik er weer een eindje voorbij was. Als hij de lucht ingaat ben ik waarschijnlijk ook waar ik nu zit niet veilig, maar dat idee negeren we maar even.

Ik was van de fietsers als eerste op de camping, dat gaf me het voorrecht het mooiste plekje uit te kiezen. Ik sta onder een boom die deze bloemen heeft:

Wie weet wat het is mag het zeggen. Ze ruiken heerlijk.

Na mij zijn er zeker nog een stuk of vijf, zes tentjes bijgekomen, en tot mijn verbazing waren het allemaal Fransen. Het zal mijn vooroordeel zijn, maar ik dacht dat hier niet aan fietsvakanties gedaan werd. Ik moet toch eens kijken of ik mijn Frans wat kan verbeteren want dan komen we in gesprekken nog wat verder dan uitwisselen dat het eten gesmaakt heeft.

’s Avonds een hapje gegeten bij het restaurant op de camping. Ik ben vaak een van de vroege eters. Na een dag fietsen heb ik vaak wel trek, maar de Fransen eten meestal niet voor achten.

Afstand 74 km, totaal 1297 km

Dag 22, 10 juli 2019 – Avignon!

Zoals gebruikelijk stond ik lekker vroeg, net zes uur in dit geval, naast mijn fiets, klaar voor vertrek. De route liep voorspoedig, en ik reed al snel in een agrarisch gebied met grote zonnebloemvelden en zelfs een paar kleine veldjes met lavendel.

Boomgaarden met appels, peren en abrikozen stonden ook op het programma. Zoals steeds de laatste dagen sloten de bordjes van de Via Rhona goed aan bij het paarse lijntje op mijn telefoon.

Tot dat moment dat het bordje naar links wees en mijn lijntje rechtdoor. Ik besloot mijn lijntje te volgen in het volste vertrouwen dat de routes spoedig weer samen zouden komen. Dat is nooit meer gebeurd. 😊

Mijn vermoeden is dat ik een oude versie van de route heb gevolgd en dat ze om de een of andere, voor mij nog onnaspeurbare reden hebben besloten de VR deels te verleggen. Hoe dan ook, ik kwam gelukkig toch gewoon in Avignon aan.

Het waaide weer net zo hard (of mogelijk nog harder) als gisteren. En weer meestal in de rug. Behalve toen ik voor de laatste keer tijdens de tocht de Rhône overstak via een vrij hoge stuw. Daar stond de wind zo hard dwars op de weg dat ik mijn best moest doen niet tegen de reling te fietsen.

Toen ik vervolgens na de stuw rechtsaf ging richting Avignon reed ik vrijwel zonder te trappen 30 km/u.

De camping is niet veel soeps. Ik sta op een soort bosgrond met vier tentjes op een plek. Maar ik vind dat ik voor elf euro per nacht maar niet moet zeuren. Bij de buren hebben ze wel gras, maar daar betaal je wel drie keer zoveel voor.

Afstand 67 km totaal 1394 km