Van andere hardlopers lees ik regelmatig dat ze echt popelen om weer te gaan lopen, dat ze zich geen leven zonder lopen kunnen voorstellen, dat "een dag niet gelopen een verloren dag is". Nou, zo zit het bij mij helemaal niet. Ik heb vaak van tevoren helemaal geen zin om te gaan. Ik moet me er echt toe zetten. Ik weet dat het goed voor me is, en ik weet dat ik er achteraf een lekker gevoel over heb, sterker nog, ik weet dat ik eenmaal onderweg vaak veel plezier heb in het lopen, maar dat is vaak toch onvoldoende stimulans om snel op pad te gaan.

Zo ook deze ochtend weer. Ik was even na acht uur al beneden, en ik wist dat ik zou gaan lopen, dat ik wel moest lopen omdat ik over twee weken een halve ga lopen in Haarlem, en dat ik wel moest lopen omdat ik een hekel aan mezelf zou krijgen als ik het niet zou doen.
Desalniettemin heb ik nog tot half tien getalmd voor ik echt onderweg ging.

Ik besloot eens een heel nieuwe route te gaan lopen. Via een omweg naar de Dordtse binnenstad, en langs de havens richting Groothoofd. Vandaar de Noordendijk helemaal af, en toen nog een stukje van een mijn ‘normale’ routes door de wijk Stadspolders.
Dat was een goed idee om eens wat anders te doen. Ook het ‘zwerven’ beviel me goed, niet van tevoren al precies uitmeten wat je zult gaan doen, maar gewoon reageren op wat je onderweg ziet. En dan bijvoorbeeld niet, zoals vanochtend, gaan staan wachten bij een open brug, maar de route aanpassen.

Als je door de oude Dordtse binnenstand loopt kom je uiteraard veel wegen met kinderkopjes tegen. Dat blijkt nog weer een aanpassing van je looptechniek te vereisen. Niet de ruwheid van de weg is het probleem, maar de keien die schots en scheef liggen ten opzichte van elkaar. Volgende week weer!