Vanuit Roosendael volgde ik grotendeels de Jacobsroute terug naar Nederland. Een eerste afwijking was het stadje Lier. De Jacobsroute gaat er omheen. Waarom weet ik niet, want het is een alleraardigst plaatsje. Ik was er eerder geweest, maar ik was aardig door mijn voorraden heen geraakt, dus ik had even een supermarkt voor brood en drinken. In 2017 reden Suzemarie en ik dit stuk in omgekeerde richting, en we kampeerden toen op een van de treurigste campings waar we ooit stonden. Het was vooral een terreintje met stacaravans waar ze op een smal grasstrookje ook wel fietskampeerders placeerden. We stonden daar tegenover een omheind veldje, nou veldje, dat suggereert nog gras, het zag er zeer doods uit, en op dat ‘veldje’ mocht de campinghond zijn behoefte doen. Over het sanitair zullen we het verder maar niet hebben. Ik fietste er nu weer langs, en vanaf de brug over het nabijgelegen kanaal zag ik dat het nog steeds bestaat. Het leek er wat beter uit te zien, maar ik heb niet de moeite genomen dit aan een nadere inspectie te onderwerpen.
Via het riviertje de Mark reed ik uiteindelijk Nederland weer binnen, en vanaf de Mark was het nog een een kilometer of vijf naar de camping bij Chaam waarnaar ik onderweg was. Op deze camping heb ik al een aantal keren gestaan, zowel alleen als met Suzemarie. Na het kiezen van een plekje en het opzetten van de tent even naar het dorp om boodschappen te doen, voor het eerst in weken weer in een Nederlandse supermarkt. Ondertussen was het steeds drukkender geworden, en dit zorgde voor een ontlading in de avond met (veel) regen en onweer. Toen de bui was weggetrokken stonden er overal plassen op het veld, maar in en onder mijn tent was het gelukkig droog gebleven.
De volgende dag hoorde ik van medekampeerders dat ze minder gelukkig waren geweest. Het was in hun tent weliswaar droog gebleven, maar door het grondzeil heen voelden ze plassen. Uit ervaring weet ik dat dat niet erg prettig aanvoelt. Aangezien zij ook net als ik een dagje extra wilden blijven hebben ze toch maar even hun tent naar een iets hoger gelegen plek verplaatst.
Ik heb zelf deze dag niet veel bijzonders gedaan. Mijn favoriete pannenkoekenrestaurant als ik daar verblijf was dicht, maar er bleek nog een ander in de buurt die wel open was. Terwijl ik daar veilig onder een grote paraplu/-sol mijn niet heel bijzondere pannenkoek zat te eten kwam er weer een enorme hoosbui voorbij. Het personeel liet zich er niet door uit het veld slaan, de bestellingen werden onder een paraplu gewoon naar de tafels gebracht, het eten bleef droog, maar zijzelf niet echt. Respect!
De volgende ochtend, woensdag 17 juli zitten we inmiddels, begon grijs, maar het weer knapte steeds meer op. Ik verplaatste mijn tentje, die in de schaduw stond, naar een plekje in de zon, zodat ik hem zo droog mogelijk mee naar huis kon nemen. Ik had van de al eerder genoemde medekampeerders, die ook uit Dordrecht bleken te komen, gehoord dat er een pontje vaart tussen Lage Zwaluwe en de Anna Jacominaplaat in de Biesbosch. Vaartijd ongeveer een kwartier enkele reis, en er kunnen maximaal 12 mensen mee. Ik had me voorgenomen om toch de Moerdijkbrug te nemen als ik meer dan twee retourtochten van het veer zou moeten wachten op mijn beurt, er zijn grenzen aan mijn geduld. Toen ik er aankwam waren er net twaalf mensen aan boord aan het gaan, en het was duidelijk dat ik bij de volgende twaalf hoorde, dus ik heb er rustig een half uur staan wachten tot ik mee kon. Leuk tochtje inderdaad, en vanaf de Anna Jacominaplaat was het vervolgens nog een half uurtje fietsen naar de pont bij de Kop van het Land. Daarmee belandde ik weer in Dordrecht, was het avontuur afgelopen.
Ondanks het feit dat ik me genoodzaakt heb gezien om mijn oorspronkelijke plan los te laten en er een heel andere tocht van te maken, heb ik het toch leuk gehad. Mooie stukken natuur afgewisseld met lelijke stukken bebouwing, mooie stadjes, stevige beklimmingen, mooie afdalingen. Van alles wat eigenlijk. In totaal ruim 1950 km gefietst, en als gevolg daarvan bijna vijf kilo afgevallen. 🙂
Ik bedank mijn lezers voor hun belangstelling. Ik neem mij na elke fietsreis voor om nog een soort evaluatie te schrijven, het zal er ook nu wel weer niet van komen. 🙂