Categorie: Naar Parijs

Fietsen naar Parijs, een samenvatting

De fietstocht naar Parijs is achter de rug. Heel kort samengevat: prachtige tocht, mooie route, heerlijk weer, grote voldoening, smaakt naar meer.

Hieronder een korte samenvatting per dag, er is ook een uitgebreider verslag verluchtigd met wat foto’s. Voor mensen die ook van plan zijn deze route te gaan rijden en willen kamperen staat er onderaan dit bericht nog een overzicht van de door mij gebruikte campings.

 

Ik moet toegevend dat ik betrekkelijk nerveus was voor de onderneming. Ik had me goed voorbereid, voor zover ik het kon overzien, maar toch. Of misschien juist daardoor. Als je er van tevoren zoveel tijd aan besteed moet het allemaal wel fantastisch worden. En conditioneel, was ik er wel klaar voor? Door onze ‘gewone’ vakantie naar Engeland was er van oefenritten niet veel meer gekomen. Was mijn dagelijkse woon-werkverkeer van 13 km enkele reis voldoende basis? En ging mijn rechterknie, die ik wel eens voelde bij wat langere tochten, wel in staat het einde te halen?

Donderdag 4 september
Uitgezwaaid door mijn vrouw reed ik de straat uit. Het was begonnen. Eindbestemming van de dag was de minicamping in Valkenswaard. Nog voor ik het Eiland van Dordrecht af was had ik mijn eerste wegomleiding al te pakken.
Inclusief omweg om Esther te bezoeken 103 km, voor een eerste dag vrij pittig, maar probleemloos. Vandaag blootsvoets gereden, maar dat werd in de loop van de dag pijnlijker. Dat zou ik de dagen erna niet meer doen.

Vrijdag 5 september
Kort na vertrek reed ik België in. Prima fietspaden, alles nog redelijk vlak. Bij mijn tweede pauze, terwijl ik op het gras een boterhammetje at, kwamen 4 collega-fietsers voorbij. We zouden elkaar nog vaker zien. Deze en volgende dagen.
Onderweg het plaatsje Diest bezocht, de moeite waard. Daar ook wat boodschappen gedaan.
Na 97 km bereikte ik camping Het Leeuwerikenveld. Aardige ontvangst, mooi plekje met ‘eigen’ picknicktafel. Fietskleding gewassen, en aan de lijn. Zelf gekookt. IJsje van de voorbijkomende ijscoman.

Zaterdag 6 september
Het fietspad over een voormalig spoortraject werd vandaag verder gevolgd. Het was niet zonnig zoals de afgelopen dagen, maar het bleef zo goed als droog. Wat heiig.
Na de landsgrens van gisteren werd vandaag de taalgrens gepasseerd.
De fiets, en dan met name de ‘aandrijving’ maakt rare geluiden. Ik had nog niet door wat het is. Geleidelijk geklommen, wat je vooral merkt als de lange afdaling naar Namen/Namur begint. Er lijkt geen einde aan te komen. 🙂
Na Namen (mooie plaats!) fiets ik langs de Maas. Het gevreesde stuk van 1,7 km over kasseien blijkt inmiddels teruggebracht tot een paar honderd meter. Gelukkig, mag ik wel zeggen, het is geen pretje.
Eindbestemming stadscamping Dinant, wordt na 86 km bereikt. Pizza gegeten op terras aan de Maas.

Zondag 7 september
De Delhaize van Dinant was op zondag niet open, zoals ik hoopte, maar ik had vooralsnog genoeg voedsel bij me. Onderweg wel een open bakker getroffen in Mariembourg. Er was ook markt, maar er werd net opgeruimd.In eerste instantie weer langs de Maas gefietst, maar uiteindelijk de rivier verlaten. Bij de eerste pauze toch de ketting maar eens gesmeerd, en verdraaid, weg waren de rare geluiden. Opluchting!
Het klimmen wordt steeds pittiger. Die bij Dailly mocht er voor mijn ongeoefende benen best zijn.
De camping bij Forge werd na 73 km bereikt. Mooi plekje, en een bijbehorend restaurantje waar het bier, en later de pizza op het terras goed smaakten. Hier kwam ik ook voor het eerst de vier fietsvrienden weer tegen. Agnes en André, Hannie en Hans. Gezellig ervaringen uitgewisseld. Zij zouden ook de volgende dag naar Laon fietsen.

Maandag 8 september
Zoals meestal zat ik ’s morgens even na half acht weer op de fiets, onderweg naar Laon. Gekozen voor de wat langere route die wel mooier zou zijn. Het was (weer) prachtig weer. Direct na de grensovergang met Frankrijk rechtsaf het bos en behoorlijk steil het smalle pad volgen. Dat was behoorlijk hijgen op de vroege ochtend.
Ondanks de voorspelling dat er vóór Laon geen winkels meer zouden zijn vond ik in Marle een Carrefour (en meer winkels) die erg welkom was. Ik had dorst, en geen zin in nog meer water. De gulzigheid waarmee ik een liter sinaasappelsap, druiven en bananen at werd later afgestraft door opstandige darmen. Niet zo fijn.
Ik bereikte de camping van Laon na 92 km via een onnodige stevige klim. ’s Middags nog wandelend de bovenstad bezocht.

Dinsdag 9 september
Rustdag. Samen met André en Hans in de ochtend de bovenstad bezocht. Koffie met tarte tatin smaakte goed. ’s Middags gezellig met  A, A, H & H doorgebracht. Na het avondeten met André de uitgaande route vanaf de camping gezocht en gevonden. Dat scheelde een vroege afdaling gevolgd door een klim.

Woensdag 10 september
Bestemming was Pierrefonds, de laatste tussenstop vóór Parijs. Weer vroeg op pad, met wederom prachtig weer. Eerste pauze bij Prémontré waar een oude Abdij tegenwoordig als pyschiatrische inrichting dient. Direct na Prémontré een stevige klim (en daar zouden er nog wat meer van komen), en tijdens het hijgend beklimmen, met uitzicht op de pyschiatrische inrichting vroeg ik me af wie de echte gek was.
Bij één klim vandaag voor het eerst gelopen. Was op een smal weggetje waar een tegenliggende postauto aan mij tot stoppen dwong, waarna ik niet meer op gang kwam.
Pierrefonds is een aardig plaatsje met een opzienbarend kasteel. Ik bereikte het na een dagtocht van 71 km. Om 13.00 uur was ik er al.
’s Avonds afscheid genomen van mijn fietsvrienden, zij zouden richting Parijs een andere camping kiezen, dus de kans dat we elkaar nog zouden tegenkomen was klein.

Donderdag 11 september
Het was een koude nacht, en dat resulteerde in een kletsnatte tent, met ‘kahwe klahwe’ na het inpakken van al die nattigheid. Deze keer echt spijt dat ik geen handschoenen had meegenomen, want het duurde door mijn vroege vertrek, kort na zonsopkomst, nog een behoorlijke poos voor het wat warmer werd. Het was niet de mooiste dag van de reis naar Parijs, maar met het einddoel zo dichtbij mocht dat de pret niet drukken.
Het deel langs het Canal de l’Ourcq, het pad dat je zo autovrij het centrum van Parijs in brengt viel me in zoverre tegen dat er wel heel veel snelheidsremmers in het traject waren ingebouwd. En dan bedoel ik de ribbels overdwars die er voor moeten zorgen dat je niet te snel bepaalde punten passeert.
Het fietsen (over de busbanen, samen met bussen en taxi’s) door het centrum van Parijs zelf was enerverend, maar viel me eigenlijk wel mee. Nooit het gevoel gehad dat ik met iets gevaarlijks bezig was.
Om ongeveer kwart over drie stond ik voor de Notre Dame. Even een selfie van mij en de dame gemaakt, en daarna de GPS geprogrammeerd voor het echte eindpunt van de dag, de camping van Huttopia bij Versailles.
Dat bleek bij nader inzien het enerverendste deel van de dag te worden. Mijn eTrex raakte op een gegeven moment het spoor bijster, en kon daarna tot overmaat van ramp ook de satelieten niet meer vinden. En dat terwijl ik nog een kilometer of tien te gaan had. Ik had weliswaar een kaart bij me, maar dat werkt toch wel behoorlijk vertragend, en na zo’n 120 km had ik daar geen zin in. Ineens kreeg hij weer de geest, al dreigde hij me nog even een autoweg op te sturen. Ook bij zo’n apparaat moet je toch zelf blijven nadenken. 🙂

In het uitgebreide verslag zal ik er nog wel meer over vertellen, maar zo rond zes uur was ik dan toch eindelijk, 130 km na het vertrek deze ochtend, op mijn eindbestemming aangekomen.

Vrijdag/zaterdag 12/13 september
Niet gefietst, maar Parijs per trein bezocht.

Zondag 14 september
Met de trein van Porchefontaine naar het centrum van Parijs (station Musée d’Orsay) en van daar gefietst naar Gare du Nord. Trein naar Maubeuge genomen, en van deze plaats gefietst naar Mons, in België. Het was grijs weer, en de N2 waar ik grotendeels op fietste was gelukkig niet druk, maar wel saai. Station Mons niet gevonden, maar wel dat van Jemappes, een voorstadje van Mons. Daar bleek dat de trein die ik vanaf Mons zou nemen hier ook al stopte, en daarmee kwam ik in Brussel. De aansluitende trein naar Nederland reed niet verder dan Roosendaal wegens werkzaamheden, maar de vervangende bus kon gelukkig ook mijn fiets wel meenemen. De bus reed naar Zwijndrecht, en het laatste stukje heb ik weer gefietst. Totaal deze dag toch nog zo’n 50 km.

Opmerkingen

Voor wie deze route ook wil fietsen nog wat opmerkingen.

Ik heb de volgende campings gebruikt:

Minicamping  De Punder onder Valkenswaard. Prima plek voor slechts € 6,50, nette sanitaire voorzieningen.

Minicamping Het Leeuwerikenveld bij Neerlinter, even onder Tienen. Goede kampeerplaats, sanitair wat primiteif, maar wel okee. Kosten € 12,50

Stadscamping bij Dinant. Plekje langs de Maas (mooi!) met meer aarde dan gras (minder mooi) voor ik meen € 11,00. Voor de douche moet apart worden betaald: € 1,00. Merkwaardig dat er bij de wastafels helemaal geen haken zijn om kleding of handdoeken aan op te hangen.

Camping La Camargue bij Forge. Een beetje vergane glorie, maar de staplek met veel, zij het vrij hoog gras, vergoedde veel, en de aanwezigheid van een restaurantfaciliteit met lekker bier en smakelijke pizza’s wel welkom.

Camping La Chênaie bij Laon.  Volg niet de aanwijzingen op de borden, want dan ga je eerst nodeloos steil omhoog, en vervolgens weer hard naar beneden. Daar zit je op het eind van een fietsdag niet op te wachten. Op een later moment voeg ik nog wel een betere routebeschrijving toe. Ik had een mooie plek tussen heggen, eind seizoen, dus wat kale plekken, maar voor mijn kleine tentje was er nog wel wat gras te vinden. De kampwinkel verkoopt alleen ijs, je kunt er wel brood(-jes) bestellen voor de volgende dag. Op tien minuten fietsen is er een grote Carrefour.

Camping Le coeur de la forêt bij Pierrefonds. Nette camping, leuk plekje, wat verouderd sanitair, maar wel schoon. Prijs ongeveer een tientje. In Pierrefonds zijn winkeltjes en horeca te vinden.

De camping van Huttopia bij Versailles. Miniplekje voor veel geld, € 29 per nacht. Als je een ACSI-kaart hebt betaal je een tientje minder ontdekte ik bij de mensen die voor mij inschreven. Ook dan is het nog veel geld voor de paar vierkante meter met weinig gras en veel aarde die je krijgt. De sanitaire voorzieningen zijn prima, dat dan weer wel.

Fietser

Als je het tegen een sporter over fietsen hebt denken ze al gauw aan hard fietsen. Dat is niet wat ik doe. Net zo min als ik hard liep toen ik nog aan het hardlopen was. Ik fiets vrijwel elke werkdag naar mijn werk. Dat is 13 kilometer heen, en dezelfde afstand uiteraard ook weer terug. Met een snelheid van rond de 20 km/u, vaak net iets meer. Weer of geen weer, met een paar uitzonderingen. Ik fiets niet als het onweert, ik fiets niet als het ijzelt of geijzeld heeft. En ook niet als het zo hard waait dat er grote takken uit de waaien, of dat er complete bomen omgaan. Dat gebeurt gelukkig niet zo vaak. Ik mag van mezelf sporadisch met de auto naar het werk, maar nooit omdat het regent/sneeuwt/waait/mist etc.

Toen mijn werk in 2008 verhuisde van mijn woonplaats naar een locatie 13 kilometer verderop ben ik op zoek gegaan naar een fiets waarmee ik ook op vakantie zou kunnen gaan. Ik had toen nog geen concrete plannen, en de gezinssituatie was er toen ook nog niet naar. Over de aanschaf van mijn Santos heb ik hier (en ook daarvoor) al eens geschreven.
Het afgelopen jaar begon het gevoel dat ik iets meer met die fiets wilde doen dan alleen woon-werkverkeer sterker te worden. De ontdekking van de blog van de Deen Thomas Andersen werkte hierbij erg inspirerend/enthousiasmerend.

En dat heeft zelfs al in enkele vrij concrete plannen geresulteerd. Ik heb in september een week fietsen gepland. Dat is inclusief de weekenddagen dus een periode van 9 dagen, met een beetje creatief boekhouden mogelijk zelfs tien. 🙂
Aanvankelijk wilde ik in die periode richting Praag fietsen, wel wetende dat ik dat niet zou gaan halen. Bedenk, ik fiets niet hard. Toen duidelijk werd dat mijn vrouw volgend jaar met haar koor naar Wenen zou gaan was een volgend plan snel geboren: ik ga ook naar Wenen, maar dan op de fiets.
Zowel de route naar Praag als naar Wenen gaan voor een groot deel langs rivieren door Duitsland, en dat leek me een beetje teveel tweemaal ongeveer hetzelfde. En toen ontstond het idee voor de reis naar Parijs. De kat van ome Willem achterna.

Ik ga de routebeschrijving van Paul Benjaminse volgen, en terug neem ik de trein. De komende tijd zal ik er wat meer over vertellen. Over de route, de aanschaf al dan niet van nieuwe materialen etc. Belangrijk feit: de fiets heb ik in elk geval al. Hij moet voor die tijd nog een keer goed nagekeken worden, maar ik denk niet dat daar wezenlijke zaken uit gaan komen.

Enkele investeringen die ik de afgelopen periode in het kader van deze reizen heb gedaan:

  • tent
  • fietstassen (achter)
  • navigatie-apparaat
  • fietsonderbroek

En waar ik in elk geval nog over moet nadenken:

  • slaapzak
  • slaapmatje
  • hoofdlampje
  • fietsbroek (maar niet zo’n koersbroek, ik wil er ‘gewoon’uitzien 🙂 )

Wordt vervolgd…

© 2024 Onderweg

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑