Categorie: Wandelen

LAW 4, Maarten van Rossumpad, etappe 1

Oktober vorig jaar kreeg ik van mijn oudste zoon en zijn vriendin het routeboekje van het Maarten van Rossumpad voor mijn verjaardag. Het was er nog niet van gekomen om er iets mee te doen, maar ik vond het nu toch wel eens tijd worden. En net zoals ik met mijn zoon ooit in een flink aantal jaren het Pelgrimspad van Amsterdam naar Den Bosch liep, zo is het ook nu de bedoeling om deze LAW samen te volbrengen. Als vader van een jong gezin zijn zijn mogelijkheden veel beperkter dan de mijne, maar dat geeft niet, zo hebben we voorlopig iets te doen.

Overigens, voor wie het zich afvraagt, de naam van de LAW heeft niets te maken met de hedendaagse geschiedkundige en Slimste Mens – jurylid (zijn achternaam schrijf je ook met een “e” en niet met een “u”), maar met de 16e-eeuwse legeraanvoerder met die naam.

We spraken rond half negen af op het station van Den Bosch, ieder vanuit zijn woonplaats. Dat werd iets later, maar goed negen uur waren we onderweg.
De weersverwachting was eerder in de week dusdanig dat ik me afvroeg of we het niet moesten uitstellen, maar gelukkig hebben we dat niet gedaan. Uiteindelijk werden we maar één keer door een bui overvallen, en die duurde ook maar heel kort. We hebben zelfs nog een poosje in de zon gelopen!

Na een kronkeltocht door de mooie Bossche binnenstad kwamen we wat meer aan de buitenrand. Steeds door rustige, groene wijken, langs diverse vijvers of meertjes. Onder andere langs de IJzeren Vrouw, waar ik, in tegenstelling de mannelijke pendant, nog nooit van gehoord had.

Op het eerste de beste stukje niet-verhard pad kwamen we deze jongedame tegen. Aanvankelijk leek ze ons nieuwsgierig tegemoet te treden, maar uiteindelijk zagen we er kennelijk toch te eng uit, en vluchtte ze de berm in, naar de betrekkelijke veiligheid van haar broer of zus die daar al op iets stond te kauwen.

Een minder aantrekkelijk stukje was waar we direct naast de A59 over de brug over het Diezerkanaal liepen. Dat was knap lawaaiig, maar het plaatsje Engelen waar we kort daarna doorheen liepen maakte veel goed. Enkele kilometers verder liepen we door de ‘kasteelwijk’ Haverleij, bijzondere architectuur kun je wel zeggen. Niet lang daarna kruisten we nogmaals het Diezerkanaal om er vervolgens ook een stuk langs te lopen. Een gravelpad met bijzonder veel plassen.
Weldra bereikten we nu de Maas, en het pad, dat door de uiterwaarden, vlak langs het water liep, was hier en daar bijzonder zompig.

De Maasoever bleek ruimte te bieden voor het nestelen van talloze oeverzwaluwen. Helaas is de kwaliteit van de foto niet zo denderend, maar als je goed kijkt kun je de nestgaatjes wel zien.
Het was de bedoeling dat we over een smalle landtong gingen lopen, zodat we links en rechts water zouden hebben, maar op de plek waar dat begon stond het water zo hoog dat er geen zichtbaar pad was. Je zag wel de plek aan de overkant waar het pad weer verder ging, maar omdat we niet goed konden inschatten hoe diep het zou worden hebben we er toch maar vanaf gezien en een parallel lopend fietspad genomen.

Ter hoogte van Oud-Empel maakte de inmiddels donkere bewolking zijn belofte waar, en begon het ineens stevig te plenzen. Vijf minuten later was prettiger geweest, want dan hadden we onder het viaduct van de A2 gestaan, maar ja, lieverkoekjes en zo …
De bui was overigens snel weer voorbij, en de laatste kilometers tot de bushalte in Empel ook. We zagen tijdens die laatste kilometers overigens wel veel konijntjes, zowel levende als dode. Voer voor roofvogels? We wisten het niet zo goed.

De bus kwam keurig op tijd en was zelfs iets te vroeg op het station, terwijl de trein die ik eigenlijk niet kon halen wat vertraging had, zodat ik uiteindelijk een half uur eerder in Dordrecht was dan ik had gedacht.

De eerste etappe is ons goed bevallen, hopelijk kunnen we later in het jaar er nog een vervolg aan breien.

Het langste natuurpad van Nederland etappe 32/31

Omdat ze weet dat ik graag in de natuur wandel kreeg ik vorig jaar van mijn vrouw dit boekje.

In 32 etappes wordt er dwars door Nederland gewandeld, van Delfzijl naar Goirle, even onder Tilburg. Het werd hoog tijd om er eens iets mee te doen, en omdat Delfzijl best wel ver weg ligt, als je het vanuit Dordrecht bekijkt, besloot ik aan het eind te beginnen. Op de website van Roots kun je de gpx-bestanden downloaden, en voor wandelen maakt de richting van het gpx-bestand niet uit.
De laatste twee etappes waren elk 11,6 km. Ik vond één etappe een beetje te weinig, en twee misschien een beetje veel. De langste afstanden die ik het afgelopen jaar wandelde waren over het algemeen niet meer dan een kilometer of 18. Maar ik vond dat ik het toch maar moest wagen, want anderhalve etappe werd logistiek weer wat ingewikkeld.

En zo checkte ik vanmorgen om 8:55 in bij NS om met korting te kunnen reizen. Dat begint officieel pas om 9:00 uur, maar je krijgt 5 minuten coulance, en dat kwam nu wel goed uit, want zo kon ik nog net de trein van 8:58 halen. Ja, ja, heel berekenend inderdaad. In Tilburg moest ik een kwartiertje wachten op bus 450 van De Lijn, dé Belgische busonderneming, die een retourdienst tussen Tilburg en Turnhout onderhoudt. Ik moest de laatste halte in Nederland uitstappen, en dat was wel goed opletten, want de haltes werden niet omgeroepen, noch getoond op een scherm. (Had je het dan niet aan de buschauffeur gevraagd, vroeg mijn vrouw, heel terecht, maar nee, ‘selluf doen’, dat zit diep geworteld.)

De eerste etappe begon vrijwel aan de bushalte, dus zoeken was niet nodig. Het was (nog) droog, wel fris, maar het was heerlijk wandelweer. Langs een mooie beukenlaan maakte ik de eerste meters, en beuken zijn in deze tijd van het jaar echt op hun mooist, met hun blaadjes heel teer, bijna doorschijnend.

Ik heb dit jaar al aardig wat wandelingen gemaakt, en als er een ding uitspringt, bij al die wandelingen, dan is het wel dat je er op sommige paden door de brede plassen bijna niet langs komt. Ik kan me niet heugen dat dat ooit eerder zo erg was. En net toen ik vanmorgen dacht dat het hier nogal meeviel met die plassen moest ik al weer de eerste omtrekkende bewegingen maken. Maar nog niets waar niet redelijk gemakkelijk langs te komen was. En of er nog niet genoeg water op de grond lag begon het tegen twaalf uur steeds donkerder te worden. Ik nog op de diverse apps kijken of er regen aan zat te komen. Nee hoor, gaat u rustig slapen, er is vooralsnog geen enkele reden … etc. Maar net als Colijn in 1940 zaten ook de buienradars er naast. Niet alleen regen, maar zelfs hagel werd mijn deel. Gelukkig slechts kleine hageltjes, en ook de regen was niet hard, maar alles bij elkaar toch wel ruim een half uur.

Het citaat van Colijn blijkt, zo las ik zojuist op de site isgeschiedenis.nl, niet letterlijk te kloppen, en ook wat uit de context te zijn gehaald. Arme Colijn. Ik laat het, met deze aanvulling, toch maar staan.

Terwijl ik behageld werd was ik inmiddels op een heel nat en modderig pad terecht gekomen. Ik groette een man die met een spade wat aarde stond weg te steken, en hij antwoordde met de tekst “De weg is wel slecht hoor”. Daar, waar hij de opmerking maakte, zag het er nog redelijk toegankelijk uit, maar toen ik een heel stuk verder was stonden plassen zo breed dat ik mijn sandalen uit trok (Oh, had je die aan dan? Kom ik nog op terug.) en barrevoets door de plassen waadde. Ook toen was het nog uitkijken geblazen, want de modder op de bodem van de plassen was hier en daar buitengewoon glibberig. Na deze escapade naderde het einde van de eerste etappe. Aan het Wilhelminakanaal, bij het plaatsje Biest-Houtakker (nee, ik ook niet), was een horeca-gelegenheid met de veelbelovende naam “De Gulle Brabander”. Dat leek me een ideale plek voor een kop koffie met appeltaart. De verwachtingen werden helaas niet helemaal waargemaakt, maar ik werd vriendelijk genoeg geholpen, en dat is ook wat waard.

En hup, weer verder, langs voornoemd kanaal, waar net een club roeiers in een “acht” vanaf de kant werden gecoacht. Ik vind zo’n acht altijd mooi om te zien, en omdat ze telkens weer moesten stoppen voor de volgende tactische aanwijzing, kon ik ze ook goed bijhouden.
Het volgende markante punt was het oversteken van de A58. Gelukkig was daar een brug voor neergelegd, en nog gelukkiger was er zelfs een steil trapje aan beide zijden van de brug voorzien zodat ik niet veel hoefde om te lopen. Na de oversteek bleef ik, met dank aan de wind die vandaag uit het zuidwesten kwam, de weg nog geruime tijd horen. Zelfs toen ik bij de eerste vennen bij Oisterwijk kwam hoorde ik in de verte nog het geraas. Onderdeel van de route was het pad om het Galgeven (denk even een koppelteken tussen Galge en ven). Dat ven is best vrij groot (16 ha lees ik net), dus een aardige omloop. Daar waar het pad het ven dicht naderde moest ik soms wat acrobatische toeren uithalen om nog enigszins droog aan de andere kant van een plas te komen, en ook hier was dat een keer dusdanig onmogelijk dat ik blootsvoets de plas trotseerde.

Ik had inmiddels een km of twintig achter de rug, en begon ik toch wel wat moe te worden. Mijn gedachte, tijdens de pauze bij de Gulle Brabander, dat ik wellicht nog voor vier uur in Oisterwijk zou kunnen inchecken, zodat ik ook nu weer met korting zou kunnen reizen, bleek hopeloos optimistisch gedacht. De afstand bleek langer dan ik dacht, al die plassen hielpen ook niet echt om het tempo erin te houden, en de vermoeidheid ging ook een rol spelen. Uiteindelijk heb ik nog net de trein van 17:14 gehaald. Ik was blij dat ik zat.

Ik heb het een prachtige wandeling gevonden, de natuur is echt op zijn mooist, en dankzij het koude voorjaar bloeide er volgens mij ook meer dan anders het geval zou zijn geweest. Het was in totaal ruim 26 km, en hoewel ik wel vermoeid was, en wat stijve spieren begon te krijgen, vond ik het mooi dat ik er überhaupt nog toe in staat was.

De volgende etappe gaat van Oisterwijk naar Liempde, dik 24 km, dus ook weer een aardig stuk. Hopelijk is het tegen de tijd dat ik die ga lopen wat warmer en zijn de paden droger.

Oh ja, ik zou nog op mijn sandalen terugkomen. Ik heb weliswaar een grote voorkeur voor blootsvoets wandelen, maar ik moet helaas ook erkennen dat er grenzen zijn aan wat mijn voeten aankunnen. Er zat bijvoorbeeld veel steenslag en grind in de paden van beide etappes. Dat loopt niet lekker, en zorgt er voor dat mijn voeten snel overprikkelt raken. Er waren echter ook zand- en graspaden, en daar heb ik veelal mijn sandalen uitgetrokken.

Hieronder nog wat foto’s. Jonge (rode) beukenblaadjes, bloeiende brem o.a.

NS Wandeling Lange duinen

Afgelopen donderdag liep ik bovengenoemde wandeltocht. Als 60+-er kan ik bij NS gebruik maken van de zogenaamde keuzedagen. Als aanvulling op mijn kortingkaart kan ik voor een paar tientjes 7 ‘gratis’ reisdagen per jaar aanschaffen. Ik heb de neiging om ze te bewaren, voor als ik eens een langere reis moet maken. Soms komt die langere reis niet vanzelf, en dan is het leuk om ze zomaar voor een opwelling in te zetten. En dat was wat er donderdag gebeurde. Ik zat op de wandelzoekpagina te kijken of er nog een tocht te maken was van en naar een NS-station, en zie, daar was de tocht Lange duinen, van Amersfoort naar Hollandse Rading. Ik had al eens stukjes langs dat traject gelopen, maar de route zelf nog nooit.

Met de trein van 9.04 (keuzedagen zijn alleen geldig tijdens de daluren) vertrok ik via Rotterdam naar Amersfoort. Even voor half  elf was ik op pad en liep via vast niet de goedkoopste hoek van de stad richting ‘de natuur’. De enigszins ironiserende aanhalingstekens omdat het eerst toch vooral smalle parkachtige bosstrookjes waren waar ik door en langs liep. Je zal ook wel weten dat het een NS-wandeling is, want ongeveer de helft van de wandeling loop je op hoorbare afstand van het spoortraject Utrecht-Amersfoort. En kennelijk was er ook een militair oefenterrein in de buurt getuige de schietgeluiden die ik regelmatig hoorde.

Maar laat dit vooral geen klaagzang worden, want ik vond het een mooie wandeling. Het weer was een beetje grijzig maar om te wandelen niet onaangenaam. Vooral het stuk over en langs de Lange duinen, de naamgever van de route, was erg mooi. Dat was ook het enige stuk dat ik blootsvoets gelopen heb, ik vond het verder te koud. Bij temperaturen onder de zes graden bij een natte ondergrond worden mijn voeten pijnlijk koud, en de tijd dat ik vond dat ik dat toch maar moest kunnen ligt achter me. Onder iets warmere omstandigheden zou het voor het grootste deel goed te doen zijn geweest.

In dit jaargetijde is de natuur uiteraard wat kaal, maar toch viel er met mooie mossen en prachtige kale bomen (je ziet de takkenstructuur dan extra goed) genoeg te genieten.

Om ook weer met de keuzedagconstructie terug te kunnen reizen naar huis moest ik voor vier uur ingeklokt zijn, en dat lukte prima. Ik had de trein van 15.36 weer terug. De treinreis duurde onverwacht lang doordat we tussen Utrecht en Gouda midden in een weiland stil gingen staan. Na enige tijd werd bekend gemaakt dat de machinist een klap had gehoord, en nu moest de conducteur even gaan kijken waar we tegenaan gebotst waren. Lijkt me nog een enerverende activiteit, maar het viel gelukkig mee. Althans, niet voor de zwaan die we geraakt hadden, want die had het niet overleefd, maar ik kan me voorstellen dat een aangereden mens voor de conducteur toch wat heftiger geweest zou zijn.

Al met al een fijne dag. De 22 km van de route was goed te doen, al voelde ik op het laatst wel dat ik dit soort afstanden de laatste tijd niet veel gewandeld had. Laat het een aansporing zijn.

Begin 2021

Goede voornemens. Vaak had ik er wel een paar, al dan niet publiek gemaakt. Maar ik ben er deze keer eigenlijk niet mee bezig geweest. Dat neemt niet weg dat ik wel wat plannen heb. Uitvoering van de plannen zal mede afhangen van de ontwikkelingen rond Covid-19.

Zo hoop ik nog steeds komend voorjaar, vermoedelijk vanaf de tweede helft mei, aan mijn fietstocht naar Rome te kunnen beginnen. Fietsen in Coronatijden is niet echt een probleem, je bent meestal in de open buitenlucht en hebt weinig mensen om je heen. Maar er zal ook ergens overnacht moeten worden, in mijn geval bij voorkeur op een camping, maar als die niet open (mogen) zijn ben je afhankelijk van andere opties die sowieso vaak een stuk duurder uitpakken, maar die ik ook minder leuk vind. Aangezien supermarkten e.d. meestal wel openblijven zal het kopen van levensmiddelen geen probleem zijn. En dan is het nog de vraag of de grenzen open zullen zijn voor niet-noodzakelijk verkeer. Vorig jaar ging het naar de zomer toe wel steeds beter, dat in combinatie met de vaccinatiemogelijkheden laat me toch wel licht optimistisch zijn.

Om optimaal fit aan de reis te kunnen beginnen wil ik in de aanloop naar de reis al aardig wat kilometers gemaakt hebben. “Aardig wat”. Maak het eens SMART Peter! Nou, dat gaat me een beetje te ver, daarvoor ben ik niet met pensioen gegaan. Maar iets concreter mag wel. Het lijkt me het handigst om mijn doelstellingen per maand te bepalen. Zeker in de winterperiode is de uitvoering uiteraard ook mede afhankelijk van de  weers- en wegomstandigheden. Ik heb sterk de neiging om bij kou niet te gaan fietsen, dan loop ik eigenlijk liever. Toch moet ik me er maar een beetje overheen zetten, dat is ook voor de mentale training wel goed.
Vorig jaar heb ik in januari ruim 400 km gefietst, maar dat was wel hoofdzakelijk woonwerkverkeer met zo nu en dan een extra ommetje. Toch zou dat ook deze maand gewoon moeten kunnen.

Tot zover het fietsen. Daarnaast, het woord viel al, wandel ik ook graag. Vorig jaar had ik een begin willen maken met het (opnieuw) wandelen van het Pieterpad. Covid-19 en andere omstandigheden zaten in de weg, maar het plan is er nog steeds. Zodra je weer niet-noodzakelijke treinreizen mag maken wil ik er alsnog aan beginnen. De eerste twee etappes vermoedelijk alleen, maar daarna zo nu en dan ook met gastwandelaars.

Afgelopen week werd op de NPO-televisie de vierdelige serie “Dwars door België” vertoond. Hierin liep de Vlaming Arnout Hauben samen met twee anderen de GR129 die van Brugge naar Aarlen/Arlon loopt, de langste langeafstandsroute van België. Los van de prachtige manier waarop Arnout onderweg met ogenschijnlijk speels gemak talloze praatjes aanknoopte met mensen die ze onderweg tegenkwamen, zag de route er ook prachtig uit. Dat wil ik ook! Ik weet nog niet hoe en wanneer, maar het verlangen is ontstaan en daar moet een keer iets mee.

 

 

 

Tot slot, ik ben stiekem weer een klein beetje met hardlopen begonnen. Als daar aanleiding voor is kom ik er in de toekomst nog op terug.

Het Pieterpad – De proloog

In een ver verleden, toen het pad net bestond, heb ik een tijdvak van een aantal jaren samen met mijn vriend Adri het Pieterpad gelopen. Ik kan me nog herinneren dat we gebaseerd op, ja op wat eigenlijk, laten we zeggen een vooroordeel, hadden besloten om het stuk van Pieterburen tot aan Haren in eerste instantie over te slaan. Dat leek ons niet zo mooi, we doken liever meteen Drenthe in. Toen we enkele jaren later één of enkele etappes van de Pietersberg verwijderd waren vonden we het toch wel nodig om ook die eerste etappe nog eens te doen, anders zouden we tenslotte niet kunnen zeggen dat we het Pieterpad helemaal gelopen hadden. Wat was dat eerste stuk mooi! Het was een van de vele keren dat ik mijn vooroordelen leerde argwanen.

Vorig jaar kreeg ik ineens het idee dat ik dat Pieterpad best nog eens zou willen doen. Zelf ben ik ruim dertig jaar ouder dan toen, en dat pad was ook niet meer precies hetzelfde als indertijd. En laten we wel wezen, de kans dat ik grote stukken verveeld zou herkennen was ook erg klein. Ik vroeg Adri of hij er ook zin in had, maar die reageerde niet direct heel enthousiast. Daarop bedacht ik dat ik het wel leuk vond om de route met steeds een wisselend gezelschap af te leggen. Ik ga er vanuit dat Adri vast wel een of meerdere etappes wil meelopen, ik heb al een broer en enkele zussen bereid gevonden mij op een etappe te vergezellen, en ik vind vast nog wel wat enthousiastelingen. Bovendien denk ik dat ik het, mezelf kennende, ook wel leuk vind om zo nu en dan alleen op pad te gaan. Binnenkort ga ik het hele traject in hapklare brokken opknippen en een aantal data prikken waarop mensen vervolgens kunnen intekenen. Ik denk dat ik ergens in april, of begin mei wil beginnen. Bij voorkeur wanneer het weer het wandelen nog leuker maakt. Op deze blog wordt er ongetwijfeld nog meer over geschreven. Als je dit nou leest en het lijkt je leuk om een stukje mee te lopen en ik heb je nog niet benaderd dan kun je natuurlijk altijd contact opnemen.

Pelgrimspad: Aalst-Drunen

Eén keer eerder schreef ik over het Pelgrimspad, de LAW die mijn oudste zoon en ik al sinds 2012 (!) aan het wandelen zijn. Moet dat dan zo lang duren? In principe niet natuurlijk, toen we er aan begonnen was het idee om een paar keer per jaar op een dag of in een weekend een volgend stuk te lopen. Maar zoals dat soort dingen soms gaan, de prioriteit was niet altijd even hoog. Bovendien heeft mijn wandelpartner in de tussentijd nog een jaar in Cambodja gewoond, en daarna is hij ook nog vader (en ik dus opa) geworden. De laatste wandeling was al weer in  2017, toen we van Woudrichem naar Aalst wandelden. De logistiek is niet altijd even eenvoudig. Plaatsen zijn soms lastig met het OV te bereiken, ook al heeft dat wel onze voorkeur. In 2017 gebruikten we de twee-auto-methode. Achter elkaar naar het eindpunt, daar één auto achterlaten, en met de andere auto naar het beginpunt. Afijn, de methode zal duidelijk zijn.

Deze keer hebben we ons door mijn dochter naar Aalst laten brengen. Vandaar zouden we een kilometer of twintig lopen, naar Drunen, om daar dan de bus naar Den Bosch te nemen. Het weer was de eerste paar uur niet denderend. We liepen over diverse dijken en dijkjes in een stevige (mot-)regenbui met de wind tegen of dwars op de weg. Hoewel ik graag op blote voeten loop had ik het niet aangedurfd, en mijn Sockwa’s aangetrokken: heel dunne, zeer flexibele schoentjes. Die waren na een paar kilometer drijfnat, en dat zorgde ervoor dat ik op een gegeven moment ijskoude, bijna gevoelloze voeten had. Gelukkig had ik ook nog sandalen bij me, en dan denk je misschien dat dat niet erg gaat helpen, maar daar vergis je je dan toch in. Vanaf het pontje bij Bern (het Bernse Veer!) waar ik de sandalen aantrok tot Heusden was maar een paar kilometer, en toen waren mijn voeten al weer aardig op temperatuur gekomen. In Heusden dronken we in een restaurantje bij de haven uitgebreid koffie, en dat zorgde voor de laatste opwarming, genoeg om weer met goede zin op pad te gaan.

We vonden de route van Aalst naar Drunen niet het mooiste traject van het tot nu toe gelopen stuk van het Pelgrimspad, maar we hebben het toch prima gehad. Bijpraten is vaak het hoofddoel, en dat is prima gelukt.

Vlak voor het eindpunt van deze wandeling nog een ontmoeting met deze pony.

In Drunen zagen we de bus naar Den Bosch vlak voor onze neuzen wegrijden, maar in het bushokje zaten we lekker uit de wind, en na een half uur kwam de volgende bus. In DB nog een hapje gegeten, en daarna gingen we ieder onze eigen weg naar huis. Op 17 mei gaan we de laatste etappe naar Den Bosch lopen (al weet je het nooit zeker bij ons), en daarna moeten we bedenken hoe we verder gaan. Gaan we ook deel twee van het Pelgrimspad lopen, van Den Bosch naar Maastricht? Of gaan we iets anders bedenken. We hebben nog even.

PS Ik had hier nog een foto bij willen plaatsen, maar de techniek laat me even in de steek. De bedoelde foto hangt nog ergens tussen mijn telefoon en de laptop.

© 2024 Onderweg

Thema gemaakt door Anders NorenBoven ↑