Afgelopen zondag werd voor de tweede keer het Officieus Nederlands Kampioenschap Barefootrunning gehouden. Vorig jaar, de eerste keer, was ik wel aanwezig, maar liep nog niet mee. Ik was enkele weken daarvoor van mijn galblaas afgeholpen en nog niet fit genoeg voor deelname. Maar dit jaar kon ik er natuurlijk niet omheen. Toch was er als gevolg van mijn achillespeesblessure wel twijfel van tevoren. In overleg met mijn fysiotherapeut besproken dat het geen kwaad kon om eens te proberen een langer stuk in het weekend te lopen. En aangezien ik niet van plan was de wedstrijd als een wedstrijd te lopen leek dat mooi te passen. De keuze voor de afstand was niet moeilijk. Een halve marathon zou voor de huidige situatie beslist te ver zijn, dus dat werd automatisch de tien kilometer.
Per trein vertrok ik naar Tilburg, en het leek me wel een goed idee om wandelend naar het startgebied te gaan. In een half uur moest dat te doen zijn, en dan was ik meteen al een beetje op temperatuur. En dat was wel nodig, want zo warm als het vorig jaar bij de eerste editie was, zo fris was het nu. Dat weerhield me er overigens niet van om blootsvoets de deur uit te gaan. Ten eerste omdat ik dat nou eenmaal meestal doe, maar het was natuurlijk ook geheel in stijl.
Het was een leuk weerzien dan wel kennismaken met een aantal bekende of nog onbekende blotevoetenlopers. Voor de wedstrijd zag ik alleen Jan Roos en George Kerkhoven (die overigens niet meedeed). Wandelend naar het startgebied werd ik nog geinterviewd door iemand van de plaatselijke omroep (neem ik aan tenminste). De gebruikelijke vragen: hoe lang al, waarom, moeilijk etc. Was wel leuk.
De wedstrijd zelf, die ik dus niet als wedstrijd wilde lopen, verliep wel goed. Afgezien van wat stijfheid in het begin heb ik mijn achillespees verder niet gevoeld. Het parcours was prima te belopen, eigenlijk geen enkel stuk waarbij ik liever iets aan mijn voeten had gehad. Voor een belangrijk deel gladde stoeptegels en glad asfalt, deels wat klinkers met scherpe kiezels erin gebakken en ook nog een lekker zandpad. Een wedstrijd niet als wedstrijd lopen, eigenlijk vergt dat wel heel veel zelfbeheersing, vooral als je geen pijnklachten hebt. Uiteindelijk gelopen met een gemiddelde van 5’45″/km, en dat is niet snel, maar wel in vergelijking met de gemiddeld 7″/km die ik de laatste tijd liep.
Onderweg haalde ik nog een andere blotevoetenloper in, dat bleek René, een broer van Karl van Daal te zijn, die zelf ook meedeed, maar veel verder naar voren liep. Na afloop bleek Karl nog een broer (Rob) op blote voeten te hebben meegekregen. Mooi zo’n familieteam. Overigens besloot René een kilometer voor het einde dat hij nog wel wat energie over had en ging me onhoudbaar snel voorbij.
Verder nog een ontmoeting met Joost die de halve marathon voor Keimpe liep. Deze had de afgelopen week zijn voet lelijk opengehaald ( voor alle duidelijkheid, niet tijdens het hardlopen op blote voeten 🙂 ) Joost had ik al eens eerder ontmoet, net als Gerard, dat gold niet voor Vincent en Marca. Bijzonder was nog de ontmeting met Ian, een in Belgie wonende Canadese barefootrunner. Het was zijn eerste halve marathon op blote voeten en hij was ‘quite excited’.
Alles bij elkaar kom ik dan op tien ‘echte’ blotevoetenlopers, en dat is meer dan een verdrievoudiging ten opzichte van vorig jaar.
En hoe is het nu met mijn achillespees de dag na de wedstrijd. Gisteren kort na de wedstrijd aanvankelijk gevoelig en stijf, en dat werd al beter door de wandeling terug naar het station. Vanmorgen was er sprake van een lichte stijfheid en eigenlijk geen pijn. Ik geloof dat we op de goede weg terug zijn!