Het was qua weer inderdaad een heerlijke dag. Pas nadat ik op de camping was aangekomen ging de temperatuur naar boven de 25 graden, maar niet eens heel veel. En die wind, daar heb ik natuurlijk veel mazzel mee. Al een paar weken waait hij hoofdzakelijk uit het noorden en nu ook al een paar dagen vrij stevig. Dat merk je niet zo, totdat de route een slinger landinwaarts maakt en je ook een stukje tegenwind hebt.
Net als gisteren wisselden de linker- en de rechteroever elkaar wat af. Soms heel mooie vergezichten en rotspartijen, maar ook reed ik zo’n beetje langs de voordeur van een kernenergiecentrale. Zo’n ding doet toch wel een beetje apocalyptisch aan, zeker als er van die grote rookwolken uit de koeltorens komen. Het is vast heel veilig, maar ik was blij toen ik er weer een eindje voorbij was. Als hij de lucht ingaat ben ik waarschijnlijk ook waar ik nu zit niet veilig, maar dat idee negeren we maar even.
Ik was van de fietsers als eerste op de camping, dat gaf me het voorrecht het mooiste plekje uit te kiezen. Ik sta onder een boom die deze bloemen heeft;
Wie weet wat het is mag het zeggen. Ze ruiken heerlijk.
Na mij zijn er zeker nog een stuk of vijf, zes tentjes bijgekomen, en tot mijn verbazing waren het allemaal Fransen. Het zal mijn vooroordeel zijn, maar ik dacht dat hier niet aan fietsvakanties gedaan werd. Ik moet toch eens kijken of ik mijn Frans wat kan verbeteren want dan komen we in gesprekken nog wat verder dan uitwisselen dat het eten gesmaakt heeft.
Geen idee hoe die bloem heet, maar hij is wel mooi! Gelukkig dat het wat minder warm is, nu iets later gaan fietsen dan maar?