Hè? Die titel hadden we toch gisteren ook al?
Vanwege aangekondigde warmte leek het me een goed plan om vroeg op pad te gaan. Ik was mooi op tijd wakker. Zo op tijd dat ik de zon achter de heuvels zag opstijgen.
Om even na zessen zat ik op de fiets en maakte kennis met het golvende landschap van die dag. Er werd veel gegolfd en er zaten pittige klimmetjes bij, en ik moet bekennen dat ik, toen er kort na een pittige meteen een nog pittiger volgde, even een stukje moest lopen. Ik zeg het niet en ik doe het niet graag, maar ik mag het ook niet mooier voorstellen dan het is.
Ik was al vanaf dag twee steeds een groepje van twee meisjes en een jonge man tegengekomen. Om beurten haalden we elkaar in, soms een keer, soms twee keer op een dag. Ik had steeds getwijfeld aan hun nationaliteit. Soms klonk het Nederlands, maar soms ook ‘anders’. Vanmorgen zat ik aan het ontbijt in de schaduw van een kerkje toen ze er weer aankwamen en het voorste meisje riep “oh nee hè”. Dat was duidelijk. Zij vroeg nog in het voorbijgaan of ik naar Barcelona aan het fietsen was en daarna waren ze weer weg. Later haalde ik ze weer in, en kennelijk vertrokken zij snel daarna ook weer want een van de meisjes reed ineens naast. We kletsten wat. Zij wilden inderdaad naar Barcelona fietsen, maar ze leek nog wat twijfels te hebben of dat wel ging lukken.
Later kwam de jongeman van het gezelschap naast me fietsen. Hij sprak Engels! Ah, mijn twijfel klopte dus wel. Hij kwam uit Brazilië, en dat andere meisje dat kennelijk zijn vriendin was geloof ik ook. Zij studeerden in Rotterdam, het Nederlandse meisje woonde daar ook.
Ineens liet hij zien dat hij zijn stuur op en neer kon bewegen en vroeg of ik iets bij me had waarmee dat gemaakt kon worden. Ik vermoedde van wel en op een geschikte plaats stopten we even. Zoals ik al vermoedde was het euvel met een inbussleutel te verhelpen. Hij blij en ik een goed gevoel. 🙂
Daarna heb ik ze niet meer gezien en het is ook maar de vraag of dat nog zal gebeuren aangezien ik morgen een rustdag heb en zij pas later.
Rond half twaalf ontdekte ik bij een controle dat de camping waarnaar ik onderweg was dit jaar ‘wegens werkzaamheden’ gesloten was. (De titel!) Daar baalde ik van maar je doet er niks aan. Er was op vijf km een camping die we open was, en je had de camping in Verdun. Die wilde ik wel, maar ik vond het te ver.
De kleine camping waar ik uitkwam had achterin een klein veldje (in de volle zon) en daar ging ik een poosje in het randje schaduw zitten. De beheerder was er niet en ik vond het nog te warm om de tent te gaan opzetten. Zo zat ik een poos en ik begon me steeds meer te realiseren dat ik niet blij was met de camping. Ik zocht nog eens uit hoever Google dacht dat het naar de camping van Verdun was. Negentien km? Ik doe het gewoon! En daar ging ik weer.
Onderweg heb ik menigmaal getwijfeld aan deze beslissing. Het was natuurlijk was en er zaten flinke stijgingen in de weg en als klap op de vuurpijl zat er een stevige heuvel in met een weggetje van steenslag dat ik dapper begon te bestijgen, maar na enige tijd trok ik het niet meer. Dus ik ging lopen (teruggaan vond ik op de een of andere manier geen optie) en ook dat was zwaar. Geregeld schoten mijn voeten of de fiets door de steenslag weg. Er was nergens schaduw, pas vlak voor de top een paar boompjes. Daar maakte ik deze foto:
De heuvel af was ook nog geen sinecure want je kunt niet in een stevig tempo met steenslag naar beneden. Althans, ik vind dat niet handig. Uiteindelijk op de camping bij Verdun aangekomen en daar zit ik op een mooi plekje, met schaduw, dit stukje te fabriceren.
Afstand 88 km, totaal 466 km
Nou Peter denk je te weten waar je aan begonnen ben wordt het toch nog een wandeltocht 🙂 . Moedig hoor. Maar het uitzicht maakt denk ik wel veel goed.