is er weer af, zeggen we dan. Vorig jaar begon ik op 1 januari met een poging om dagelijks, wat ook alweer?, minstens een uur te wandelen geloof ik. Dat hield ik vol tot 8 maart, toen mijn knie vond dat ik het wat rustiger aan moest doen. Ik baalde er wel van, maar ik kan zulke dingen ook wel weer relativeren. En gelukkig deed rust wat het moest doen, mijn knie herstelde zich weer. Of mijn eenmalig bezoek aan de fysio daar iets aan heeft bijgedragen zal wel altijd een mysterie blijven.

Omdat ik het niet laten kan zadel ik mezelf toch weer op met een nieuw soort zelfbedachte challenge: dagelijks ‘moet’ ik iets sportiefs doen. Wandelen, fietsen, hardlopen, sportschool. Ik stel geen eisen aan de omvang per dag, alleen maar dát ik iets doe.

Daarnaast heb ik me voorgenomen om komend jaar 10.000 km te fietsen en 1.000 km te wandelen. Met name dat eerste lijkt gezien de resultaten van de laatste jaren vrijwel onhaalbaar, maar ja, een uitdaging moet wel iets voorstellen uiteraard, want anders is het geen uitdaging.

Ik ben in elk geval op deze eerste dag van het nieuwe jaar 2024 begonnen met een bescheiden tochtje van ruim 17 km, ondanks wind (ZW 4 zegt de weer-app) en geregelde buien. Ik zat om zeven uur op de fiets, en toen was het uiteraard nog donker, maar wetende dat het er later op de dag niet meer van zou komen moest het toch maar. Toen ik een uur later weer thuis kwam begon het te ‘dagen in het oosten’.