In 2015 fietste ik naar Wenen om daar een concert van het koor van mijn vrouw bij te wonen. Het koor bestond 95 jaar en maakte een jubileumreis.
Uiteraard is het concert niet de reden, maar wel een leuke aanleiding om deze fietsreis te maken. Het was mijn eerste lange solotocht.
Ik ga de komende tijd hieronder proberen het verslag, gelardeerd met wat foto’s te reconstrueren. (23-10-2022)

 
zondag 13 september 2015 – Etappe 1: Dordrecht – Millingen

Na een toch wat onrustige nacht stond ik om zes uur op, ik was er wel klaar mee, met dat slapen dan. Een paar laatste dingen inpakken, de tassen op de fiets, en om half negen fietste ik de straat uit, uitgezwaaid door het eenpersoons uitzwaaicomite. De afgelopen week was er steeds voorspeld dat er 80 procent kans op neerslag was, dus ik was op het ergste voorbereid. Maar onder een stralende zon reed ik de stad uit, en hoewel er zo nu en dan wolkenvelden langs dreven bleef het overwegend mooi weer.
Na ruim dertig km vond ik het tijd worden voor een korte break, en daarna pas weer bij Tiel, waar ik met het pontje overstak. Even was ik bang dat het pontje helemaal niet ging, ze waren druk bezig met het opruimen van de bende van Appelpop en ik zag even zo gauw niet waar de vertrekplaats was.
Na de oversteek begon het fietsen zwaarder te worden. Als forens kom ik tenslotte op niet meer dan een km of 26 per dag. Toch was ik wel van plan om Millingen te halen als het niet te gek zou worden. Pas in deze streek zou ik echt ‘op route’ zijn.
Na Nijmegen begon het echt te betrekken, en vielen er zowaar een paar kleine buitjes. Maar toen ik bij de camping aankwam scheen de zon weer en de campingmevrouw beweerde zelfs dat het daar helemaal niet geregend had. Dat leek me niet helemaal in overeenstemming met het natte gras.
Tentje weer eens vlot opgezet en ingericht. Daarna gedoucht (prima douche!) en op pad om een pannenkoek te scoren. Op het terras van de Gelders Poort is dat prima gelukt, en ondertussen zit ik daar dit stukje te tikken.

Afstand 117 km.

 

Toen ik deze reis maakte was ik pas na ruim een week weer in de gelegenheid om iets aan mijn blog te doen. Vandaar dat er bij de komende dagen niet veel tekst te vinden is, al zal me wellicht zo nu en dan nog iets te binnen schieten.

 
maandag 14 september 2015 – Etappe 2: Millingen – Xanten

Afstand 64 km, totaal 181 km.

 
dinsdag 15 september 2015 – Etappe 3: Xanten – Lörick

Op deze dag had ik, fietsend door de Rijn-uiterwaarden zo veel tegenwind dat ik mij oprecht begon af te vragen of ik Wenen wel op tijd zou halen.

Afstand 80 km, totaal 261 km.

 
woensdag 16 september 2015 – Etappe 4: Lörick – Köln

Afstand 66 km, totaal 327 km.

 
donderdag 17 september 2015 – Etappe 5: Köln – Koblenz

Afstand 98 km, totaal 425 km.

 
vrijdag 18 september 2015 – Etappe 6: Koblenz – Heidenfarth

Afstand 87 km, totaal 512 km.

 
zaterdag 19 september 2015 – Etappe 7: Heidenfarth – Burgel

Afstand 71 km, totaal 583 km.

 
zondag 20 september 2015 – Etappe 8: Burgel – Miltenburg

Afstand 90 km, totaal 673 km.

 
maandag 21 september 2015 – Etappe 9: Miltenburg – Laudenbach

Nou mensen, ik had gedacht dat Duitsland vol zou staan met campings en eetgelegenheden waar WiFi beschikbaar zou zijn om geregeld iets over mijn wederwaardigheden te melden. Helaas dus. Maar vandaag trof ik het. In elk geval met het weer. Want hoewel er wel wat wolken tussen de bergen hingen toen ik vertrok, trokken die al snel weg, en toen bleef er een stralende dag over. Ik mag wel zeggen de eerste in de afgelopen 9 dagen. En voordat het gaat wennen weet Weeronline me te vertellen dat er morgen weer de nodige nattigheid gaat komen. Ik maak me er maar niet druk over, het helpt niet, en het kan altijd nog meevallen. 🙂
Ik had dat weerbericht beter eerder kunnen checken, want het was zulk heerlijk weer dat ik eindelijk eens een wasje kon doen. Mijn fietskleren wel te verstaan. En die zijn nu uiteraard kletsnat, en worden niet alleen voor morgen niet meer droog, maar waarschijnlijk ook de rest van de dag niet. Ik heb nog een reservesetje maar dat is minder fijn.

Even terzijde. Ik maak gebruik van mijn tablet om dit te tikken. Met een los toetsenbordje. Dat is op zich wel fijn, maar het stomme is dat hij wel autocorrect blijft doen. Dus ik moet donders goed blijven kijken wat er in de tekst terecht komt. Je kan het vast uitzetten, maar ik nu even geen zin om het uit te zoeken. Dan maar even ergeren.
(Hé he, ik kon het natuurlijk niet laten, en ik geloof toch dat ik weer de baas ben. 🙂 )

(Nog weer later blijkt er geen reden voor zelfgenoegzaamheid, ik heb er nog steeds last van)

Maar wat dus ook fijn is, dat is dat ik vandaag op een camping terecht ben gekomen waar je voor twee euro 24 uur mag internetten! Ik denk dat ik vannacht maar wakker blijf.
Ik kan nu mooi weer eens een blogje schrijven voor mijn trouwe volgers, maar het zal duidelijk zijn dat een dag-voor-dagverslag er even niet in zit.

Ik heb het de eerste dagen zo nu en dan wel zwaar gehad. Er was niet veel gekomen van voorbereidende fietstochten en ik had daar ook wel licht over gedacht. Maar tweemaal per dag 13 km woon-werkverkeer is natuurlijk niet te vergelijken met dagafstanden tussen de 80 en 100 km. En vooral de eerste helft van de eerste week heb ik behalve geregeld regen ook veel wind tegen gehad. Vermoeiend en soms ook ontmoedigend als je op een dijk langs de Rijn niet harder dan veertien km/u kunt.

Het toppunt qua regen viel toen ik op de camping bij Keulen stond. Ik was die dag al getrakteerd op veel neerslag, maar tegen de tijd dat ik bij de camping stond was het toch droog geworden. Het veld was echt helemaal doorweekt en het was moeilijk een niet al te zompig plekje te vinden. Dat leek gelukt, en terwijl ik de tent aan het inrichten was en ik bedacht dat ik wellicht toch nog even terug naar Keulen wilde fietsen (7 km) want daar had ik behalve de Dom (prachtige ramen, verder een pietsie somber) nog nauwelijk iets van gezien, begon het weer te betrekken. Het ging regenen en onweren, ik zocht mijn heil in de kookruimte op te camping en was vanaf die plek getuige van een bui zoals ik zelden gezien heb. Er viel in korte tijd veel, heel veel water. En wetende hoe zompig het veld al was voor de bui maakte ik me ernstig zorgen over mijn tent. Ik had er wel vertrouwen in dat hij van boven waterdicht zou zijn, maar hoe zat dat van onderen. Toen de regen eindelijk wegtrok ging ik de schade opnemen. Een plek waar ik de tent eerst wilde zetten was ondertussen een meer geworden. Bij mijn tentje leek het mee te vallen. Binnen in de tent voelde het wat klam, maar geen echte lekkage. Maar toen ik met de vlakke hand op het grondzeil duwde voelde ik het meteen. Er had zich ook onder mijn slaapverblijf een meertje gevormd. Zo kon ik niet gaan gaan slapen. Wat gedaan? Ik besloot de vier tassen uit de tent te halen, alle acht de haringen los te maken en met behulp van een buurman de tent op te tillen en naar het grondgebied van een caravan te verplaatsen. Dat lag wat hoger, en de mensen waren er toch niet. (En wat dan nog). Dit bleek goed te gaan. Handig een tentje dat een soort zelfdragende constructie is.

Na deze ervaring nam in de dagen daarna de buiigheid wat af. De fietservaring werd ook steeds beter. Ik merkte dat mijn gemiddelde snelheid begon te stijgen, en niet alleen door het afnemen van de wind. Het landschap langs de Rijn Was erg divers, veel over dijken gereden uiteraard, maar soms ook moest ik vanwege industrie aan de oever een stuk door de binnenlanden rijden. Dat maakte het wel zo divers. Hoewel er erg veel aan Romeinse en andere cultuur te zien was, heb ik daar in het begin maar deels wat van meegekregen. Je hebt niet zoveel zin om doornat een oude Romeinse muur te bewonderen. 🙂
De laatste dagen ben ik vaker ook even van de route afgewerkt om fraaie plaatsjes te bekijken. Tot afgelopen zaterdag volgde ik het spoor van naamgenoot de Rijn (Rhein), daarna stapte ik bij Mainz over op de Main en sinds vandaag is het de Tauber wat de klok slaat.
Landschappelijk ben ik nu duidelijk in het meer heuvel-/bergachtige stuk van de route gekomen. Ik zag er wat tegenop, dat klimmen, maar hoewel er wel pittige stukken bij waren viel het me toch niet tegen.
Ik heb inmiddels 694 km afgelegd en moet er nog 769. Dus als ik morgen zo’n 40 km heb gefietst ben ik over de helft. Tot nu toe heb ik vooral stroomopwaarts gefietst, maar na overmorgen kom ik aan de Donaukant van de route (de rivier zelf duurt nog even) dus dan wordt er per saldo meer gedaald dan gestegen. Ik zie ernaar uit.

[Opmerking 23-10-2022: merkwaardig dat ik schreef dat ik 694 km had gereden, want volgens mijn huidige berekening was dat 64 km meer. Heel vreemd.]

Afstand 85 km, totaal 758 km.

Onderweg heb ik vervolgens geen blog bijgehouden, wel schriftelijke aantekeningen als ik het goed heb. Een week na thuiskomst heb ik nog een blog geschreven over het restant van de reis, daarop is onderstaande gebaseerd.

 
dinsdag 22 september 2015 – Rustdag Laudenbach

 
woensdag 23 september 2015 – Etappe 10: Laudenbach – Gunzenhausen

Na de rustdag waarop het eerste deel van het verslag tot stand was gekomen ging ik fris en vrolijk weer verder, op weg richting de Donau. De moeite die ik twee dagen eerder had gehad om op de camping in Laudenbach aan te komen (ik had geen idee waar hij was, en mijn GPS wilde me steeds een spoorbaan laten kruisen zonder daarbij een tunnel of viaduct te bieden) bleef in de omgekeerde richting achterwege. Had ik maar geweten dat het zo eenvoudig was…
Ik had al gezien dat ik onderweg naar de volgende camping wel wat zou moeten klimmen hier en daar. Dit, in combinatie met het feit dat het al gauw zo’n 100 km zou worden deze dag had mij van te voren al doen besluiten om het plaatsje Rothenburg o/d Tauber over te slaan. Dat voornemen werd nog wat sterker toen ik een beoogde mogelijkheid om een paar klimmetjes te vermijden zag stranden op een wegopbreking. Oftewel, omgereden, terug, en toch nog klimmen. Dus niet naar Rothenburg. Maar ja, dan zou ik wel deze woorden van de schrijver van mijn routeboekje negeren: Op straffe van het missen van één van de fraaist bewaard gebleven Duitse vestingsteden, is het ook mogelijk vanaf Detwang onderlangs te fietsen. Wilde ik “één van de fraaist bewaard… etc.” inderdaad zomaar missen? Ik bleef tot in Detwang twijfelen, en koos toen uiteindelijk de steile weg naar Rothenburg. Twee kilometer 6% stijging, voor sommigen misschien een peulenschil, maar ik ben nou eenmaal niet zo’n klimgeit, dus had er mijn handen (eigenlijk benen) vol aan.

Uiteindelijk dan toch zegevieren, en vaststellen dat het alleszins de moeite waard was geeft toch wel veel voldoening. Prachtige vakwerkhuizen, een mooie, drie kilometer lange stadsmuur inclusief bijbehorende poorten.
Bij zo’n plaats horen natuurlijk ook veel (grotendeels Aziatische) toeristen. Nou was ik er natuurlijk zelf ook een (nee, niet Aziatisch), dus zeg er dan maar eens wat van. Grappig was nog dat ik zelf ook als toeristisch object werd gezien. Ik kreeg het verzoek om even stil te gaan staan (met mijn beladen fiets aan de hand), dan kon de heer in kwestie even een foto van me maken. Hij vroeg verder niets, dus ik vraag me af wat ik in zijn hoofd eigenlijk was.

Na het verlaten van het Tauberdal werd het nog weer even klimmen, want via het natuurpark Frankenhöhe passeerde ik de zogenaamde Europese waterscheiding, waarbij aan de westelijke kant het regenwater uiteindelijk naar de Rijn stroomt, en aan de andere kant naar de Donau. Het verschil tussen wat in de Noordzee en wat in de Zwarte Zee terecht komt zou je kunnen zeggen.
Deze eerste dag na mijn rustdag eindigde jammer genoeg met een nat pak. Een kilometer of twaalf vóór ik bij Gunzenhausen aankwam zag ik de lucht al betrekken, en hoewel ik mijn best heb gedaan om het tempo er stevig in te houden was ik helaas toch net te laat bij de camping. Dat was echter wel de laatste regen van enige betekenis, maar dat wist ik toen nog niet.

Afstand 103 km, totaal 861 km.

 
donderdag 24 september 2015 – Etappe 11: Gunzenhausen – Dollnstein

De volgende dag maakte ik kennis met de Altmühl, een rivier waar ik, ik beken het maar, nog nooit van had gehoord. Toch heeft het Altmühl-dal me dagen beziggehouden, dus een klein slootje was het niet bepaald.
Het was na de betrekkelijk zware dag van gisteren een ontspannen tocht, niet veel klimmen, en 70 km vond ik wel genoeg. Een kilometer of tien voor de camping in Dollnstein had ik even een korte pauze om wat te drinken. Daar kwam vanuit de tegenovergestelde richting een ouder koppel (alsof je zelf zo jong bent 🙂 ) aangefietst, en ik hoorde die man zeggen: dat daar zijn de twaalf apostelen. De vrouw keek matig geïnteresseerd, maar de man had wel gelijk. In die zin dat er inderdaad een stuk of wat rotspartijen naast elkaar stonden, en het zouden er best wel eens twaalf geweest kunnen zijn. Maar waarom nou apostelen? Ook mijn gidsje sprak van de apostelen. Daar zit vast nog een mooi verhaal achter, maar dat heb ik nog niet vernomen.

Afstand 71 km, totaal 932 km.

 
vrijdag 25 september 2015 – Etappe 12: Dollnstein – Riedenburg

De dag na Dollnstein had ik weer eens ruzie met mijn GPS-track. Ik heb op een aantal momenten gemerkt dat die toch wel merkwaardig tot stond moet zijn gekomen. Soms liep hij gewoon over de autoweg, deze keer ging hij haaks op de weg het veld in, tot aan de Altmühl, om deze dan vlak aan de oever te gaan volgen. Aanvankelijk deed ik braaf (zeg maar slaafs) wat het paarse lijntje me opdroeg, maar het reed zo onaangenaam dat ik mijn verlies genomen heb, en op een gegeven moment de haakse bocht de andere kant op genomen heb, en door het veld wandelend naar de weg terug ben gelopen. Het is net of delen van de route door de GPS-trackmaker met een mountainbike waren gemaakt.
Ik heb verder overigens heel veel plezier van mijn GPS-apparaatje en de tracks gehad, het is toch makkelijker om een lijntje op een apparaatje te volgen dan steeds bij een kruispunt kaart of boekje te moeten raadplegen, om vervolgens na een paar honderd meter (of eerder) te moeten denken “hoe zat het nou ook alweer?”, en dan weer te moeten stoppen voor de volgende controle. Maar duidelijk is dat je ook bij een GPS-route bij de les moet blijven.

In Riedenburg (inmiddels aan het Main-Donaukanaal), waar ik die middag mijn tentje opzette ontmoette ik een man die vertelde van Hongaarse afkomst te zijn, en onderweg te zijn van Nederland terug naar Budapest. Later vertelde hij me dat hij eind juli uit Budapest was vertrokken. Ik zou hem nog vaker tegenkomen.

Afstand 91 km, totaal 1023 km.

 
zaterdag 26 september 2015 – Etappe 13: Riedenburg – Straubing

Maar dat was niet meteen de volgende dag al. Die dag legde ik een afstand af van bijna 110 km, en dat vond ik ook meer dan genoeg. Het was echter wel de dag dat ik door Regensburg kwam. Kort daarvoor was ik in Kelheim, waar Main-Donaukanaal en Donau samenvloeien. Een mooi gevoel, eindelijk de rivier die me uiteindelijk in Wenen zou brengen. Ik ben met de fiets aan de hand een beetje door Regensburg gaan slenteren, en heb de prachtige Petersdom bezocht. Regensburg was ook de plaats waar ik er eindelijk in slaagde een (betaalbare) nieuwe zonnebril te kopen. Die niet eens zozeer voor de toch regelmatig schijnende zon bedoeld was, maar vooral ook als bescherming tegen wind en vliegjes.

De camping waar ik uiteindelijk terecht kwam, de stadscamping van Straubing, viel me eigenlijk niks tegen. Een drukte van belang was het niet, maar een voordeel was dat ik ver van de campingverlichting stond waardoor het ook ’s nachts toch wat donkerder werd dan ik op veel andere campings had ervaren. Ik had wel zin in een wandelingetje, en er moest ook nog gegeten worden, dus ik besloot naar de stad te gaan lopen. Een restaurant dat me uitnodigend aankeek zag ik niet, maar toen ik in het centrum een H&M zag dacht: er is vast ook een McDonalds. En jawel! Nou weten mensen die mij kennen wel dat ik niet zo’n Mac-er ben, maar ineens had ik er toch zin in. Kennelijk doet een mens soms rare dingen als hij ruim 1100 km heeft gefietst sinds hij van huis vertrok.

Afstand 109 km, totaal 1132 km.

 
zondag 27 september 2015 – Etappe 14: Straubing – Irring

Ik kwam (voor mij) verrassend weinig scheepvaart tegen langs grote stukken van de Donau, veel minder dan ik bijvoorbeeld op de Rijn had gezien. Dat heeft er ongetwijfeld mee te maken dat er in de rivier op een aantal plaatsen waterkrachtcentrales zijn gebouwd, en de stuwen die dat met zich meebrengt maken de doorgang niet eenvoudiger, ook al zijn er altijd wel sluizen aanwezig.

Afstand 87 km, totaal 1219 km.

 
maandag 28 september 2015 – Etappe 15: Irring – Kaiserhof

Passau is een tamelijk toeristische plaats, zelfs in dit naseizoen. Veel Amerikanen en mensen met Aziatische looks. Ook de Dom van Passau, net als die van Wenen naar de heilige Stephanus genoemd, was een populair bezichtigingsobject. Ook de bank waar je geld uit de muur kon trekken bleek een gewilde plaats om te bezoeken. Ik moest helaas aansluiten, zonder contant geld reizen is in dit deel van de wereld niet prettig. Op minder plaatsen dan in Nederland kun je met plastic geld terecht.
Het koor van mijn vrouw zou na het concert in Wenen ook hier in Passau nog een kort concert verzorgen, maar verwijzingen daarnaar heb ik niet kunnen ontdekken. Ik wist eerlijk gezegd ook niet waar het concert zou plaatsvinden.

De Donauradweg van Passau naar Wenen wordt geroemd om zijn schoonheid, en het eenvoudig te befietsen traject. Daar zou ik nu aan gaan beginnen!

Het eerste deel viel eigenlijk wel een beetje tegen. Je rijdt op een fietspad direct naast een betrekkelijk drukke weg. Aan de andere kant heb je de Donau, dat is dan wel weer aangenaam. Ik deed een tijdje een wedstrijdje met een grote rondvaartboot. Die dingen houden nog een behoorlijk tempo aan. Ik reed ongeveer 20 km/u, en dat was ook ongeveer het tempo van de boot. Nadat hij twee binnenbochten voordeel had gehad gaf ik het op. Gelukkig was dat ook net het moment dat ik aan de overkant van de weg een Lidl zag, en dat kwam goed uit. Mijn proviand voor die dag was nog niet geregeld en zo kon ik zonder gezichtsverlies mijn achtervolging van de boot staken. (Niet dat er verder iemand was die hier getuige van was. 😉 )

Een kilometer of 25 na Passau was er weer een gedenkwaardig moment, ik stond op het punt om de grens naar Oostenrijk te passeren. Ik had wel wat meegekregen van de commotie rond de vluchtelingen die vanuit Oostenrijk naar Duitsland wilden, en ook dat de Duitsers de grens bij Salzburg al hadden gesloten. De dreiging hing in de lucht dat er meer grensovergangen zouden volgen.
Als je naar de grensovergang op de foto hier links kijkt vraag je je af waarom er niet veel meer van dit soort stille overgangen gebruik wordt gemaakt.

Als het er niet bij had gestaan had ik vooralsnog niet veel gemerkt van het feit dat ik nu in een ander land fietste. Misschien waren de automobilisten in Oostenrijk iets minder omzichtig t.o.v. fietsers, maar daar had ik later toch eigenlijk geen klachten over, dus het kunnen toevalstreffers geweest zijn.

Er waren dagen dat ik pas na een km of 70-80 last van ongemakken begon te krijgen, of dat ik het sowieso een beetje zat was. Deze dag, de dag waarop ik aan de Donauradweg tussen Passau en Wenen begon, was er een waarop ik na ongeveer 50 km al vond dat het einddoel wel na de volgende bocht mocht liggen. En dan was het dagtotaal van 73 km toch echt niet heel veel in vergelijking met andere dagen. Nou ja, ook dit soort dagen horen erbij. Doordat de afstand betrekkelijk kort was kon ik al tegen half vier aan het opzetten van mijn tentje beginnen. Het was lekker weer, en het was goed toeven op mijn stoeltje in de zon. ’s Avonds een hapje gegeten in het bijbehorende restaurant, en de twee pullen bier van elk een halve liter zorgden voor een goede nachtrust. Zij het dat uiteraard een nachtelijk bezoek aan het toilet daardoor onvermijdelijk was geworden.

Afstand 73 km, totaal 1292 km.

 
dinsdag 29 september 2015 – Etappe 16: Kaiserhof – Grein

En dan is er ineens het bord waarop je eindbestemming staat! Dat betekent toch vaak dat je wel een beetje in de buurt begint te komen. En inderdaad, op deze dag fietste ik ruim 100 km om bij de plaats Grein uit te komen, en daarvandaan was het nog slechts zo’n tweehonderd kilometer.
Ondanks de lovende woorden die je hoort over de Donauradweg (DRW) had ik op deze dag toch een stuk bij Linz te verwerken waar ik niet echt blij van werd. Een fietspad langs een zeer drukke weg waar voor mijn gevoel geen eind aan kwam. Pas toen de DRW rechts afboog naar de rivier, en de drukke weg de andere kant op werd het weer aangenaam.
In Grein trof ik voor de tweede maal mijn ‘Hongaarse vriend’. Op de camping, gerund door een van oorsprong Roemeense familie, bleek je ook te kunnen eten, en we besloten samen de maaltijd te genieten. Dat was een gezellige afsluiting van de dag. Een nadeel van de camping (ook genoemd in mijn reisgids) was dat hij vlak langs een vrij drukke weg was gelegen. Maar ’s nachts bleek dat best mee te vallen, en ’s morgens was ik toch altijd vroeg wakker. Voor een nachtje was het wel te doen.

Afstand 101 km, totaal 1393 km.

 
woensdag 30 september 2015 – Etappe 17: Grein – Traismauer

Het was overigens wel een heldere nacht waardoor het behoorlijk afkoelde. Met name bij het afbreken van de tent had ik daar veel last van: ijskoude handen. Maar gelukkig had ik geleerd van mijn reis naar Parijs vorig jaar, deze keer had ik wel handschoenen bij me. Door mijn handen onder de kraan te verwarmen en droog te maken met de blower kon ik in elk geval goed op pad.

Een ander ding waar ik onderweg naar Parijs leergeld mee had betaald was het aantal kilometers van de laatste dag. Naar Parijs was de laatste etappe 110 km geweest, maar toen moest ik nog naar de camping, een bonus van 20 km. Dat vond ik toen niet aangenaam.
Daarom besloot ik van de afstand die ik nog in twee dagen moest doen ruim 110 km op de eerste dag te doen zodat er voor het traject naar Wenen niet veel meer dan 70-80 km overbleef.

Ik vond het eerste stuk na Grein echt genieten.

Het was de bedoeling om bij Traismauer te kamperen, er zouden volgens de gids zelfs twee campings moeten zijn. En toen ik op het toeristische bord bij de ingang van het plaatsje keek stond er daadwerkelijk een (1) aangegeven. Eerst fout gereden door een bord dat minstens verwarrend was opgesteld, vervolgens door een lokale jongedame nog eens de verkeerde kant opgestuurd, en toen maar weer teruggereden naar het reeds genoemde bord. Daar raakte ik aan de praat met een ook fietsende dame, alleen ging zij van hotel naar hotel. Haar bewondering voor mijn bagage, voor de door mij reeds afgelegde afstand en voor het feit dat ik uitsluitend kampeerde was erg groot. En terwijl ik met haar stond te praten kwam daar ineens mijn Hongaarse vriend weer aangefietst. Die had het adres van de camping in zijn Garmin geprogrammeerd, en zo reden we via de kortst mogelijke route naar de camping. 🙂 Ach ja, dat had ik natuurlijk ook kunnen doen…

Afstand 113 km, totaal 1506 km.

 
donderdag 1 oktember 2015 – Etappe 18: Traismauer – Klosterneuburg (plus retourtje Wien)

Na weer een frisse nacht brak dan toch de laatste fietsdag aan. Ik had me door mijn kampeer-/fietsmaat bijna laten overtuigen dat het veel slimmer was om de camping bij Klosterneuburg te gebruiken in plaats van Wien West zoals ik steeds van plan was geweest. Onderweg heeft mijn dochter nog even op mijn verzoek via Google Maps bepaald wat de fietsafstanden waren van deze twee campings naar de Stefansdom in Wenen, een lekker centraal punt. Dat bleek nauwelijks iets uit te maken, beide iets van een kilometer of dertien. Toen was ik ‘om’. Niet alleen zou ik door naar Klosterneuburg te gaan eerder bij een camping aankomen, ik hoefde er ook niet voor te klimmen, hetgeen voor Wien West wel het geval was. Klosterneuburg bleek ook nog eens zeer dicht bij een station te liggen.

Er stond een straffe oostenwind (= tegenwind) die ik op een gegeven moment goed zat was, maar de gedachte dat ik er bijna was gaf toch genoeg kracht om door te zetten. Op de camping aangekomen het tentje opgezet en even mijn rust genomen. Maar ik was er natuurlijk nog niet. Er was nog een dertiental kilometers te gaan voor ik daadwerkelijk naast de Dom van Wenen stond, het door mij bepaalde einddoel. Maar dat waren kilometers zonder bagage, dat fietste buitengewoon aangenaam!

Het was even zoeken naar die Dom, tussen alle hoge gebouwen zag je hem haast niet. En mijn Garmin wist wel waar het was, maar kon juist door die hoge gebouwen soms bijna zijn eigen positie niet bepalen. Bijna, want na wat heen en weer rijden was hij daar dan toch, en ik ook. 🙂

Afstand 92 km, totaal 1598 km.