Dag 1 – donderdag 8 juni

Eigenlijk zou ik dit jaar naar mijn naar Frankrijk geëmigreerde broer en zijn vrouw fietsen, maar toen ik de data concreet wilde gaan bepalen ontdekte ik dat er deze zomer nergens een gat van ruim drie weken zat waarin ik de tocht zou kunnen maken. Jammer, maar dat plan gaat dus naar volgend jaar.

Het rondje NL dat ik nu bedacht heb komt brengt me op allerlei plekken waar ik nog niet eerder gefietst heb. Al geldt dat niet voor de laatste kilometers van de eerste dag, voor ik bij de camping was. In mijn middelbare schooltijd bezocht ik geregeld Schiphol, en ik deed dat meestal op de fiets, dat was een km of dertig vanaf Leiden waar ik woonde. Ik ging dan ofwel dwars door de Haarlemmermeerpolder, of ik ging langs Oude Wetering om mijn medespotter Leo op te halen. Die route voerde dan langs de Westeinder Plassen. Of de camping waar ik nu sta er toen ook al was weet ik niet, maar de vergane staat van het sanitair suggereert van wel.

Het is niet typisch het soort camping waar ik bij voorkeur overnacht. Hoofdzakelijk stacaravans, allemaal op hun eigen stukje grond, met hekken en bossages eromheen. Ik kreeg nog op mijn kop van mijn achterburen, want ik had mijn fiets aan hun hek vastgemaakt. Ik had me totaal niet gerealiseerd dat dat privéhekken waren, hetgeen de buurman niet kon begrijpen. Hij was echt ‘pissed’. Nou ja, ik heb braaf mijn fietsje verplaatst en morgen ben ik weer weg.

De fietstocht verliep prima, al miste ik wel net mijn pontje naar Papendrecht, en bleef de volgende die een minuut of tien later zou gaan, nogal lang liggen. Bij navraag bleek er aan de overkant een elektrische waterbus te liggen die eerst opgeladen moest worden voor hij weer verder kon. Het was een dag met behoorlijk wat wind uit het noorden, helaas net de kant die ik op wilde. Om mijn knie, waar ik eerder dit jaar last van had, en die nog steeds niet helemaal honderd procent is, niet te veel te belasten deed ik het rustig aan. Aan de Zegerplas bij Alphen aan den Rijn dronk ik wat en at een tosti, en verbaasde me over het uitzicht over het water. Als kind kwam ik wel in Avifauna, en dat was wat Alphen was volgens mij, een dorp met een attractie. Maar als je nu naar al die hoogbouw aan de overkant van de plas kijkt lijkt het wel allure te hebben. Maar misschien is het in feite nog steeds een dorp met een attractie. Oh nee, in elk geval twee, want het Archeon zit er ook.

Het laatste memorabele wat ik nog kwijt wil is dat ik door Rijnsaterwoude kwam, een dorp waar de voorouders van mijn oma van moederszijde vandaan komen, of toch in elk geval gewoond hebben. Ik moet nog eens uitzoeken of daar ook adressen van bekend zijn.

Dag 2 – vrijdag 9 juni

Om ongeveer half acht zat ik weer op de fiets. Daar hoefde ik geen wekker voor te zetten, ik sliep prima, maar was toch weer goed op tijd wakker. Een paar km na de start stond ik al bij het pontje dat me over de Ringvaart ging zetten. Aardige man die het kleine veer bediende. Hij wenste me nog een goede reis en “doe voorzichtig”.

Ik weet dat de eerste routes die ik voor dit rondje gemaakt heb per ongeluk voor wandelaars zijn. Een verkeerde instelling (door mijn eigen toedoen) van de site die ik gebruikte om de routes te maken. Dat zorgt ervoor dat ik soms ergens moet fietsen waar dat niet handig of zelfs verboden is. Ik ben er inmiddels op bedacht en probeer te anticiperen. Maar soms leidt dat tot betrekkelijk grote omwegen en dan kies ik er ook wel voor om een stukje te wandelen. Zoals bijvoorbeeld de voetbrug door de Ouderkerkerplas. Die was lang en smal (zie foto) en ik vond het helemaal niet erg om daar niet te fietsen.

Ik was blij toen ik eindelijk het drukke gedoe van Groot Amsterdam achter de rug had. Waar ik erg van genoten heb waren de Ankeveense plassen. Er ging een fietspad (jawel!) dwars over/door de plassen. In Ankeveen (nog nooit geweest volgens mij) ging ik op een terras zitten. Er was nog een tafel bezet met twee heren en een dame. Nadat de dame vertrok bleek uit het gesprek (sorry, ik ben geen luistervink, maar ze spraken luid en duidelijk) dat de ene man de eigenaar was van de zaak en de ander (denk ik) de chefkok. Ze hadden het over een andere collega, de souschef, die kennelijk niet voldeed in de ogen van de baas. Dat was nog tot daaraan toe, maar toen kregen we een changement, de chefkok werd vervangen door de beklaagde souschef, en toen volgde gewoon een openbaar beoordelingsgesprek. Ik was weliswaar de enige getuige, maar ik vond het toch erg ongepast en ongemakkelijk.

Door naar Bussum en Huizen en vandaar de Stichtse Brug overgestoken. Ik fietste voor het eerst van mijn leven in Flevoland. Het was er eigenlijk te warm voor.

Tegen half vier was ik op Natuurcamping Dasselaar, bij Zeewolde. Lekker plekje, fijne sfeer. Morgen weer verder. Ik had gepland om eerst naar Urk te gaan (ook nog nooit geweest) en daarna naar Vollenhove (daar wel), maar het kan zijn dat ik Urk bewaar voor een andere keer. Ik wil in elk geval vroeger op pad dan vandaag.

Dag 3 – zaterdag 10 juni

Tot het moment dat ik wegreed uit Zeewolde wist ik nog niet of ik nou wel of niet naar Urk zou gaan. Deze plaats die in de Noordoostpolder ligt is wonderlijk genoeg een zelfstandige gemeente. Wellicht zijn daar in het kader van de inpoldering ooit afspraken over gemaakt. Maar als je, zoals ik, in alle Nederlandse gemeenten gefietst wil hebben, dan hoort Urk er natuurlijk wel bij. En hoewel het een behoorlijke omweg was zou ik er niet snel weer zo vlak in de buurt komen.

Dus toen het fietsen goed bleek te gaan, ging ik er voor. Ook deze route had ik gepland met het wandelprofiel, dus ik moest geregeld goed uitkijken dat ik alternatieve fietsroutes nam.

Ik geloof niet dat er in Flevoland in het buitengebied ergens een locatie te vinden is waar je geen enkele windmolen ziet. En jammer voor mij, maar er was genoeg wind om ze lustig te laten draaien.

Om in de Noordoostpolder te komen moet je de Ketelbrug over. “De Ketelbrug is de spil in A6” las ik ergens. Maar toen zag ik ineens borden die er op duiden dat de A6 niet toegankelijk was vandaag, er werd aan de brug gewerkt. Oh jee, gold dat ook voor mij? Er stond een jonge vrouw bij de toegang naar de A6 het verkeer tegen te houden. Ik vroeg het haar. Ze wist het niet, maar zou een collega bellen. Helaas, de portofoon deed het niet, maar haar mobiel gelukkig wel. Fietsers mochten wel over de brug! Driewerf hoera, want het was natuurlijk geen optie om via Kampen om te rijden, zoals de automobilisten kregen geadviseerd.

Over de brug langs de dijk naar Urk. Aardig plaatsje, maar ook weer niet heel bijzonder. Indrukwekkend was het monument voor de op zee gebleven vissers met alle namen en leeftijden.

En toen moest ik nog naar Vollenhove. Het viel me zwaar. Lange rechte stukken, vaak in de volle zon, en steeds de wind tegen. Ik kwam afgepeigerd op de camping en besloot spontaan morgen een rustdag in te lassen. De camping is leuk, helaas wel aan een drukke weg, en ze hebben een broodjesservice, morgenochtend croissantjes! De camping was trouwens wel heel vol, en het was nog even de vraag of ze een plekje voor me hadden, maar ik had geluk.

Een plek, zij het wat krap.

Dag 4 – zondag 11 juni

Ik heb geen notities over deze rustdag.

Dag 5 – maandag 12 juni

Dankzij de vogelpopulatie op de camping van Vollenhove was ik vanochtend al om vier uur wakker. Hoewel ik vroeg op pad wilde gaan vanwege de warmte (tropenrooster!) vond ik dit toch wel een beetje gortig. Nog ruim een half uur dommelen en toen toch maar in beweging. Om kwart voor zes zat ik op de fiets, en nog een kwartier later was ik vliegen aan het happen. Niet letterlijk, want ik hield mijn mond dicht, maar wat een wolken met vliegjes. Toen het fietspad eindelijk van het kanaal afboog was het voorbij. Toen eerst maar eens grote schoonmaak gehouden. Shirt uitgetrokken en uitgewapperd, helm leeggemaakt. Nog een tijdje voelde ik gekriebel, maar het was het soort gekriebel dat je voelt als iemand het over luizen heeft. Fantoomkriebel.

Ik kwam geleidelijk dichter bij Steenwijk, en dus op bekend terrein, want we hebben meerdere keren daar in de buurt gekampeerd. Maar voor het zover was moest ik eerst nog een zandpad trotseren dat zo mul werd dat ik mijn fiets alleen nog maar lopend kon voortduwen. Veel meer dan een paar honderd meter zal het niet geweest zijn maar het was wel zwaar.

De verdere fietstocht verliep eigenlijk best vlot. Grappig was nog dat ik tot twee keer toe met een pontje moest oversteken terwijl ik dat niet aan had zien komen. Was wel een leuke onderbreking. Bijzonder was dat bij het eerste pontje bij voorkeur gepind moest worden terwijl je bij de tweede alleen maar contant kon betalen.

Toen ik bij de camping aankwam was het opvallend rustig (lees: er was niemand). Het bleek dat ze dit jaar alleen tijdens de zomervakantie open zijn. Het stond in het campingboekje zei de man. Zal vast, maar ik had in juni geen aanleiding gezien om de openingstijden te checken. Dat doe je eigenlijk alleen als je heel vroeg of juist heel laat in het seizoen gaat kamperen. Gelukkig was er een alternatief op minder dan een kilometer afstand.

Morgen naar Groningen (de provincie, de stad schamp ik in het noorden), als het goed is voor de laatste keer alleen maar tegenwind.

Dag 6 – dinsdag 13 juni

Terwijl ik rond een uur of vijf bezig was mijn spullen te pakken vroeg ik me ineens ongerust af of er in het begin van mijn route niet een pontje zat dat pas vanaf, bijvoorbeeld, zeven uur zou gaan varen. Een blik op de app stelde me gerust, maar het zal je gebeuren.

Verder stond de dag van gisteren vooral in het teken van wind, veel wind, en hoofdzakelijk tegen. En voornamelijk open gebieden en langs lange kanalen (die ze hier “diepen” noemen. Zo fietste ik een tijd langs het Hoendiep. Ik was blij om op de camping te komen. Leuke kleine camping bij een boerderij. Ze hebben ook zo’n RUST-punt waar je koffie en zo kunt drinken. Ik had in de loop van de dag hoofdpijn gekregen en ben na het eten (tortellini met pesto, goeie combi na een dag fietsen) snel gaan slapen.

Dag 7 – woensdag 14 juni

Vanmorgen was de hoofdpijn gelukkig weer verdwenen. Ik had me verheugd op veel voor de wind fietsen na vijf dagen hoofdzakelijk tegen, maar ik had duidelijk niet goed naar de route van vandaag gekeken, ik moest toch nog aardig oostwaarts en dus bikkelen. Maar eindelijk, bij knooppunt 80, maakte ik een bocht naar rechts, en eindelijk voelde ik die stevige wind eens in mijn rug.

Ook vandaag moest ik nog een paar keer de route aanpassen omdat ik hem met een wandelinstelling ipv een fietsinstelling had gemaakt. Dan kan het dus gebeuren dat je ineens een weiland zonder duidelijk pad in moet, of over een smal hoog voetgangersbruggetje. Ik begin er niet aan, en ik word al aardig bedreven in het snel bedenken van een alternatief zonder al te veel om te rijden.

Op de camping van vandaag, De Hondsrug, van het Nivon, sta ik nog altijd (het loopt nu tegen half tien) alleen op het veldje. Nadat ik het tentje had opgezet ben ik lopend naar een pannenkoekenrestaurant op ruim twee km van hier gelopen. Fietsen had natuurlijk ook gekund, maar dat had ik wel genoeg gedaan vandaag. Tijdens de maaltijd werd ik  een beetje lastig gevallen door grote aantallen motjes. De Groene Eikenbladroller om precies te zijn. Dat was wel jammer maar ja, je doet er niet veel aan. Sommigen van hen namen zwemles in mijn bier, dat was eigenlijk nog wel het jammerst.

Dag 8 – donderdag 15 juni

Ik bleef alleen op het trekkersveldje, en dat had wel wat. Ook vanochtend begonnen de vogeltjes weer rond vier uur te tuteren en te twitteren (ja, echt waar, dat kunnen ze), ik word er wel wakker van, maar het stoort me niet. Lastiger vind ik dan dat ik zonder dralen naar het toilet moet, daar word ik eigenlijk veel wakkerder van. Bij terugkeer in de tent nog even lekker gelegen. Ik zou vandaag ex-collega Nico bezoeken die naar Oost-Drenthe is geëmigreerd, dus ik probeerde uit te rekenen hoe laat ik dan op de fiets zou moeten zitten.

Tussendoor moet ik even een klein rampje melden. Als ik op fietsreis ben drink ik altijd koffie van de espressozakjes van Nescafé, het is niet als thuis, en je moet denken dat je koffie drinkt, maar verder is het best oké. Maar nu de ramp. Sinds kort staat er GOLD op het doosje, en de tekst dat het de vertrouwde receptuur betreft, of woorden van gelijke strekking. Dat nu mensen, u voelt hem al aankomen, is gewoon niet waar. Het is zoeter. En als ik iets smerig vind is het wel koffie met suiker, hoe weinig ook. Nu probeer ik supermarkten te vinden waar nog een voorraadje old-style espressozakjes hebben, maar ik vrees dat het er niet meer in zit. Ik zal op zoek moeten naar een nieuwe vorm van koffie onderweg. Misschien een kleine Bialetti. Suggesties zijn welkom.

Het was een mooie tocht, al vond ik Stadskanaal te lang. Dat kwam niet zozeer door de plaats zelf, maar door het abominabele fietspad langs het kanaal. Ze moeten wegbeheerders toch eens leren om geen oppervlakkig wortelende bomen langs fietspaden te planten.

Mijn bezoek aan Nico was erg gezellig. Hij woont tegenwoordig in een voormalige kerk, daar was best iets moois van gemaakt.

Verder lekker gefietst naar de camping waar ze zowaar een restaurant bij hadden zodat ik na aankomst direct aan het bier kon. Wees gerust, het bleef beperkt tot een, ik moest tenslotte ook nog een tent opzetten.

Ik kreeg koffie van de buurvrouw en ik mocht ook mijn powerbank in haar camper opladen.

Verder besloten morgen een semi-rustdag in te lassen. In plaats van de geplande route van ruim honderd km houd ik het op ongeveer de helft. Mijn lichaam zal me dankbaar zijn, ik voelde vandaag best wel de vermoeidheid van de afgelopen dagen. Laat ik blij zijn dat het zo goed gaat met mijn knie en niet het onderste uit de kan willen halen.

Sorry, beetje karig met foto’s vandaag.

Dag 9 – vrijdag 16 juni

Zoals gezegd zou ik vandaag een bescheiden fietsdag doen. Via de knooppunten kwam ik op ruim vijftig km. Met dat in gedachten deed ik alles vanochtend op het gemakje en daardoor zat ik uiteindelijk pas om bijna half negen op de fiets. Mijn vriend de wind toonde zich vandaag een echte vriend. Niet te hard en meestal uit een goede hoek.

Ook al fiets je dan met knooppunten en heb je je navigatieapp er als ondersteuning bij, dan nog kan het fout gaan. Ik moest op een gegeven moment op aangeven van de app linksaf slaan, maar het enige wat ik zag was dat de weg naar rechts boog. Huh? (Om met kleinzoon Abel van 2,5 te spreken, die erg overtuigend “huh?” kan zeggen). Bleek dat ik een km terug aan de andere kant van het kanaal had moeten gaan rijden. Dat bordje had ik gemist, en doordat ik de app niet genoeg had ingezoomd had ik ook daar de koerswijziging niet bemerkt. Gelukkig was het maar een kilometer.

Door het koffiezakjesdebacle ben ik momenteel afhankelijk van wat ik onderweg tegenkom, en dat was niet veel vandaag. Pas na een kilometer of veertig was daar Brasserie Wagenwiel, he he.

Toen nog een klein stukje door Duitsland (zie de foto’s voor de grenzen) en kort daarna was ik rond één uur op de camping. Het trekkersveld lag in de volle zon, dus ik ging op mijn gemakje onder de tamme kastanje zitten, at wat, las wat, keek een beetje rond, en kwam zo lekker relaxed de middag door.

Morgen gaat de reis naar natuurcamping Zegenoord bij Loenen en overmorgen dan door naar Oss, alwaar ik de trein naar huis neem. De gemeenten in de Achterhoek die ik had willen bezoeken zullen even moeten wachten.

Dag 10 – zaterdag 17 juni

Het was koud afgelopen nacht, en mijn nieuwe slaapzak hield me niet goed warm. Ik ontdekte dat het dons vooral aan de zijkant zat, waar ik niet lag, maar in het middelste deel voelde ik bijna niks. Ik heb vandaag na aankomst op de camping geprobeerd het dons wat te verplaatsen door te schudden. Straks eens kijken of dat het gewenste effect heeft.

Om even voor zes uur fietste ik de camping af. Ook toen was het nog betrekkelijk fris, de ‘witte wieven’ hingen hier en daar boven het gras. Maar zoals dat gaat op een zonnige zomerdag, het warmde snel op. Ik fietste lekker en voor ik het wist had ik de eerste veertig km achter de rug. Toen bereikte ik de Sallandse heuvelrug en zoals de naam al aangeeft: daar zijn heuvels. En toen ik ook nog het klimmen moest combineren met enkele mulle zandpaden werd het wel wat zwaar.

Maar eigenlijk deed ik maar een randje van de heuvelrug, en spoedig reed ik weer op vlak terrein. In Laren gebruikte ik even een bak koffie en wat erbij. Ik vind al heel snel dat ik dat wel verdiend heb.

Begin van de middag was ik op de camping. Er was een mooi schaduwrijk hoekje beschikbaar, en daar hoefde ik slechts € 7,75 voor te betalen, de goedkoopste camping deze reis.

Morgen fiets ik nog naar Oss en ik zag dat ik daar met de knooppuntroute maar liefst drie pontjes gebruik. De eerste, bij Renkum, begint pas om tien uur met varen. Dus dan hoef ik niet hier om zes uur al te vertrekken. Tenzij ik besluit bij Renkum de brug te gebruiken, dat is iets om. Daar zal ik eens een nachtje over slapen.

Dag 11 – zondag 18 juni

Vanmorgen had ik de wekker nodig om wakker te worden. Ik had besloten toch vroeg op pad te gaan, en dan maar de brug bij Renkum te nemen. Ik heb geprobeerd op de stille camping waar heel veel tentje (te) dicht op elkaar stonden zo stil mogelijk mijn boeltje te pakken, maar alleen al het in de zak proppen van mijn slaapzak maakte in mijn oren een ongelooflijke herrie. Hopelijk had ik vastslapende mensen in de buurt. Over slaapzak gesproken. Ik heb het niet koud gehad, en ik dacht bijna dat mijn donsverplaatsactie (zie gisteren) effect had gehad, tot ik op mijn mobiel zag dat het ook ’s ochtends om vijf uur nog 17 graden was. Tja, daar heb je geen goede slaapzak voor nodig.

Om even voor zes uur reed ik de camping af, en meteen begon het harde werken. Het pad ging omhoog, en sommige delen van het pad waren voorzien van buitengewoon mul zand. Ik ging een paar keer bijna onderuit, maar slaagde er toch in overeind te blijven. Ik bedacht ineens dat er tegenwoordig wolven op de Veluwe zijn. Die hadden weliswaar in Nederland nog geen mensen aangevallen, maar ooit gaat dat wellicht eens gebeuren, en ik wilde liever niet degene zijn die in het krantenbericht genoemd werd als het eerste slachtoffer. Bij knooppunt 01 verliet ik het gebied van de Veluwe en was het gevaar geweken. 🙂

Ik had verwacht dat de brug over de Rijn een hele beklimming zou worden, maar de klim ging eigenlijk heel geleidelijk, ik raakte er in elk geval niet van buiten adem. Twee rivieren later (Waal en Maas resp.) was ik in Brabant en bijna bij mijn eindbestemming, het station in Oss. Het begon heel licht te regenen, voor het eerst tijdens deze reis. Maar er viel zo weinig dat de straten er niet zichtbaar nat van werden.

Er reden juist vandaag (maar misschien het hele weekend wel) sprinters heen en weer tussen Oss en Dordrecht. Dat had als voordeel dat ik relaxed in mijn trein kon stappen en mijn fiets kon vastmaken op de daarvoor bestemde plek, en dat ik me niet druk hoefde te maken over fietsen die ertegen of ervoor werden gezet, want ik kon gewoon tot de eindbestemming blijven zitten.

Het was een leuk rondje door het land, met fraaie (en minder fraaie) gebieden om doorheen te fietsen. Het weer was geweldig, al had iets minder wind wel gemogen. In totaal 786 km gefietst (de korte stukjes om boodschappen e.d. te doen niet meegerekend, met 10 fietsdagen dus een gemiddelde van bijna 79 km/dag. Gezien het feit dat ik tot nu toe erg weinig gefietst had dit jaar mag ik hier beslist tevreden over zijn. Mijn knie hield zich goed, soms liet hij even merken dat het nog niet helemaal 100% was, maar dat verdween ook steeds weer.