Toen ik gisteren op camping De Hoogte aankwam vroeg ik Martijn, die me herkende van afgelopen zomer, of hij een plekje met avondzon had. Hij noemde een plek met de meeste avondzon, maar zei hij, dan sta je wel naast een camper. Nou zijn de plekken daar erg ruim, dus ik ging daar inderdaad in eerste instantie staan. Toch ging ik het geleidelijk steeds gekker vinden om op een verder vrijwel uitgestorven camping precies náást iemand te gaan staan. Als de bewoners van de camper er zouden zijn geweest had ik even overlegd, maar dat was dus niet zo. Uiteindelijk toch de acht haringen uit de grond getrokken en de tent opgetild en vier plekken verderop weer neergezet. Dat voelde beter, en voor de zon maakte het eigenlijk niet veel uit. Handig tentje, dat dat zo makkelijk gaat!
Het was een koude nacht. Ik had op voorhand mijn donzen jasje aangehouden en dat was een goed idee. Ik heb prima geslapen. Na het wakker worden nog een poosje blijven liggen tot de temperatuur boven de tien graden was en toen de boel weer ingepakt. Net als gisteren was ik even voor half tien op pad. Omdat we al aardig wat rond Eesveen gefietst hebben duurde het even voor ik op onbekend terrein was. Omdat ik de Fietsknoop-app gebruikte zag ik hier en daar lusjes op de kaart die ik net zo lief afsneed. Toen ik ruim tien km onderweg was passeerde ik een bord dat waarschuwde dat de weg verderop gestremd zou zijn. Ach, dacht ik, dat loopt voor fietsers meestal niet zo’n vaart. Trouwe lezers van dit blog denken “hé, die tekst ken ik al”. 🙂 Het duurde best een poos, misschien wel bijna twee kilometer voor ik een tweede bord zag, en toen werd het spannend. Maar gelukkig liep het voor fietsers inderdaad deze keer niet zo’n vaart.
Ik kwam in het Reest-dal en dacht even dat ik daarmee ook al in Overijssel aangekomen was, maar dat was uiteraard niet zo, want de Reest is daar juist de grens tussen de twee provincies. Maar daar kwam een brug, en het was zover. Bye bye Drenthe, altijd mooie provincie.
Nu duurde het ook niet lang meer voor ik bij de Ommerschans was. Op deze plek was in de tijd dat Van Lennep en Van Hogendorp er langs kwamen een ‘Gesticht’ voor bedelaars en landlopers. Zij hadden diverse gesprekken met bewoners en raakten daar erg door aangedaan. Ook spraken zij de directeur die bevestigde wat sommige bewoners ook hadden verteld: veel mensen zaten ten onrechte daar, en de regels waren zo, dat als je er eenmaal was bijna niet meer weg kon komen.
Ommerschans was ook een onderdeel van de Maatschappij van Weldadigheid en fungeerde daarin als strafkolonie.
Het gebouw van weleer is er niet meer, ik vond nog wel een foto waarop de plattegrond geprojecteerd stond op de omgeving, dat geeft in elk geval een beeld.
Wel nog aanwezig is het kerkhof van het Gesticht. Dat vond ik wel aangrijpend. Er liggen honderden mensen begraven en het grootste deel anoniem. Er waren slechts enkele kruisen en zerken van namen voorzien.
Ik ging weer verder, met wat doorsteekjes om sneller op de route, en dus bij de camping te komen. Ik had wel zin in een korte fietsdag, en dat is gelukt. Tentje opgezet, wat gelezen, gedoucht, naar een nabij gelegen pannenkoekenrestaurant geweest (nou ja, nabij, ruim drie km van hier, dat is toch wel nabij) en nu ben ik met mijn blog bezig.
Ik ga vannacht mijn powerbank in een washokje achterlaten, hij begint wat leeg te raken, en ik denk dat dit wel het soort camping is waar dat zonder risico kan. We gaan het zien morgenochtend.
Het plan is om morgen richting Oldenzaal te gaan en dan mijn tent op te zetten bij de ons ook al bekende en gewaardeerde camping Olde Kottink bij Beuningen (Ov).
Toch wel een beetje eigenwijs dat je, na gister, toch het bord “gestremd “ negeert… gelukkig dat het nu wel goed afliep.
En, ligt je powerbank er nog?
Eigenwijs is my middle name. 🙂
En ja hoor, hij lag er nog.
Welke slaapzak gebruik je nu onderweg?
Mijn aloude Tatteljee-slaapzak. Voor deze omstandigheden nog oké, maar als het naar nachtvorst gaat is hij niet warm genoeg.