Hoewel qua weer droog, was het een natte bedoening. Niet in de tent, maar de tent zelf bedoel ik. Ik was vroeg wakker en ook op tijd weg, tien over zeven zegt Strava. Langs en over de Inn verliet ik de stad, en dat ging gepaard met de nodige hoogtemeters, zeker toen ik de stad eenmaal achter me had gelaten. Alvast een beetje warm lopen voor de beklimming van de Reschenpas dacht ik nog.
Na Prutz ging het wat kalmer aan met klimmen en dalen, ik bleef wat dichter bij de Inn (die kennelijk inmiddels Oberinn heette) en dat scheelt. De vroege ochtendzon op de bergen maakte het zo nu en dan zeer schilderachtig.
Ik had gedacht in Pfunds nog wat boodschappen te doen, maar vond zo gauw geen winkel. Dan maar in Nauders, daar was in elk geval een Spar.
De route maakte nog een klein uitstapje naar Zwitserland, en toen ik daar tegen de zwaartekracht in verder probeerde te komen kwamen mij vakanfiefietsers tegemoet die zoiets riepen als “xxx zu!” Nou is mijn Duits niet heel denderend, en xxx verstond ik dus niet, maar dat zu dicht betekende wist ik wel. Wat was er dicht? De brug bij Martina, die mij weer in Oostenrijk zou brengen en bij het begin van de beklimming naar Nauders? Door twijfel bevangen stopte ik op een parkeerplaats met schaduw en probeerde met Google wijzer te worden. Zonder resultaat. Andere fietsers die uit de richting van Martina kwamen sprak ik aan, en volgens hun was er niks met de brug aan de hand. Dat bleek juist, maar…
Ik fietste toch maar verder en arriveerde uiteindelijk bij de bewuste brug. Prima brug, niks mis mee, maar ik mocht er niet door. Er bleek een racecircuit voor oude auto’s te zijn uitgezet uitgerekend op de route naar Nauders. Om zes uur weer toegankelijk. Het was toen half twaalf. Dat ging nog wel even duren. Er gingen wel bussen die ook fietsen meenamen, maximaal vier of vijf, en er waren veel fietsers. Maar hoewel ik al dagen tegen de beklimming zit aan te hikken en dit natuurlijk een mooi gevalletje overmacht zou zijn wilde ik dat toch niet. Ik wilde zelf bovenkomen. Dan maar wachten tot zes uur.
Dat duurde toch wel lang en het begon ondertussen ook steeds warmer te worden. Toen ontdekte ik ineens op Google Maps dat er op ruim drie kilometer afstand een camping was. Dat vond ik dichtbij genoeg om de gok te wagen. En dat pakte goed uit. Een zeer kleinschalige camping met nog maar weinig bezetting.
En daar sta ik nu dus. Enige lastige is dat er heel weinig 4g-bereik is, dus internetten is moeizaam. De foto’s houden jullie dan ook nog tegoed. Ik ga eens kijken of ik dit geupload krijg.
Dat is een kleine tegenvaller, gelukkig heb je geen haast 🙂
Never a dull moment toch.