Gisteren bleef ik een dag langer in Orléans, niet voor de camping, maar voor de stad. Ik was er nog nooit geweest. Vanaf de camping was het 4 km wandelen, dus goed te doen. Kon ik mijn fiets mooi achter slot en grendel op de camping achterlaten. Wat me er aan doet denken dat ik tijdens mijn verblijf daar wel drie keer een politieauto over het terrein zien rijden. Dat heb ik met al mijn kampeerervaring nog nooit eerder meegemaakt.
Ik vond de kathedraal van Orléans prachtig. Schitterende gebrandschilderde ramen, groot, heel groot, en er werd zelfs zo nu en dan op het orgel gespeeld. Na de kathedraal bezocht ik het kunstmuseum, dat er naast lag, oh nee, ik ging eerst nog even naar het plein waar Jeanne d’Arc te paard gezeten als standbeeld aanwezig is. Het kunstmuseum had imponerende grote zalen met portretten en genrestukken. Het was niet per se mijn stijl, maar ik kon er toch wel van genieten.
Daarna terug naar de camping, waar ik later op de avond kennis maakte met mijn Vlaamse buurman Joppe die vertelde onderweg te zijn naar SdC. Hij kwam toen uit Parijs gefietst, hij had al zo vaak door Noord-Frankrijk gefietst, dat geloofde hij wel.
Vanmorgen kon ik een droge tent inpakken, dat was nog niet vaak gebeurd deze fietsreis. In tegenspraak daarmee begon het net een beetje te miezeren toen ik op de fiets wilde stappen. Ik wachtte het even af, maar ging toch maar rijden. Het werd droog. Tot mijn verbazing reed ik wel bijna tien kilometer over fietspaden de stad uit, en nette paden ook. Alleen wel van die rare dingen dat ze het bij een rotonde even niet weten, en dan moet je het maar uitzoeken. Of je komt midden op je pad een paal met borden tegen waar je bijna niet langs kan. Letterlijk bord voor mijn kop.
Helaas ging het daarna geruime tijd echt regenen. Gelukkig zag ik op een gegeven moment in de verre een lichte streep die er op duidde dat er een opklaring aan kwam. Dat gebeurde inderdaad, maar het duurde nog een behoorlijke tijd voor ik in de zon fietste. Wel fietste ik weer eens uitgebreid in de wind. Hij was eerst zuidwest, dan had ik hem ook nog weleens in de rug, maar hij draaide naar het westen, en toen was dwars het maximaal haalbare.
Na aankomst op de camping zette ik snel de tent op. Ik wilde én naar de kathedraal (flink klimmen) én boodschappen doen. Dat was vanuit de camping precies de andere kant op.
Ondertussen heb ik bedacht dat ik hier nog een dag extra wil blijven. Ik zit vrij ruim in mijn tijd, en dan kan ik nog wat meer van de stad zien.
Goed idee om een dag langer te blijven. Chartres is een mooie stad, veel te zien. En hopelijk krijg je er een zonnetje bij!