Ik was al rond een uur of zes wakker, maar toch nog even liggen dutten. Dankzij de peuter van de buren viel ik niet meer echt in slaap, wat er was weet ik niet, maar ze was niet echt tevreden. Alles op mijn gemakje ingepakt en rond acht uur was ik eigenlijk wel klaar. Toch nog even naar de bakker die altijd om acht uur op de camping komt, even wat eten, en om half negen was ik weg.
Het plan was om eerst naar Maastricht te fietsen. Als ik, zoals eigenlijk de bedoeling was, op dinsdag in Vaals was beland, zou ik via Aken zijn gegaan, dat is naast Maastricht het andere startpunt van de route naar Oloron-Sainte-Marie. Aken schijnt wel mooi te zijn, en ik was er nog nooit, dus dat moet dan maar een andere keer.
De tocht naar Maastricht verliep voorspoedig, er moest geklommen worden, tot uiteindelijk zo’n 140 meter hoog, heftig was het niet, maar daar had ik in Maastricht aangekomen al weer 100 meter van ingeleverd.
Vanaf deze plaats pakte ik de “routeverkorting” zoals het in het boekje heet, naar Clermont. Eerst een stuk langs de Maas tot Eijsden. Ik vroeg mij al af met welke brug ik die Maas over zou gaan, nou dat is pas bij Dun-sur-Meuse, daar zijn we nog lang niet. Kopje koffie in Eijsden, en als ze vlaai hadden gehad was ik vast gezwicht, maar in de apfelstrudel met slagroom en vanilleijs had ik geen zin.
In Clermont, “un des plus beaux villages de Wallonie” (een van de mooiste dorpen van Wallonië), dat u het even weet, kwam ik de ‘echte’ route tegen. En daarna werd het zo nu en dan echt buffelen. Ik had me van tevoren afgevraagd of ik wel goed voorbereid was op de Ardennen, nou die vraag kan ik voor de volle 100% negatief beantwoorden. Er waren klimmetjes bij van 8% en meer die ik niet in één keer haalde. Maar aan de pluszijde mag dan genoteerd worden dat ik uiteindelijk alles gehaald heb.
Ik was heel blij dat ik na zo’n 75 km en 746 hoogtemeters op de camping aankwam.
Het mij toebedeelde plekje liep nogal schuin af, en omdat ik geen zin had om de komende nacht steeds van mijn matje af te rollen, heb ik mij laten overzetten naar een andere plek.
Iets minder was dat er ook een grote groep scholieren op het terrein was, een jaar of dertien, veertien schat ik. Die maakten een hoop kabaal. Inmiddels zijn ze weg en hoor ik alleen nog het langsrazende verkeer en op andere momenten het beekje dat hier vlak langsstroomt. Volgens een van de medewerkers van de camping zijn ze, de scholieren, naar huis, maar ik heb daar geen vertrouwen in, ik zie nog allemaal kleding hangen in de huisjes/barakken die ze in gebruik hadden. We gaan het zien en eventueel horen.
Het weer, hoe zat het daar mee vandaag. Aanvankelijk half zon, half wolken, later betrok het meer en ging het ook wat regenen. Ik trok wel mijn regenjack aan, maar ik vond dat er te weinig viel voor mijn rainlegs. Nog weer later werd het droog en op de camping aangekomen scheen zelfs de zon.
Dat zette mij er toe aan om mijn shirt en onderbroek mee te nemen onder de douche, maar ondertussen is de zon weer weg, dus dat wordt vermoedelijk morgen drogen achterop de fiets. Moet het niet regenen natuurlijk.
Nu wordt het tijd dat ik iets ga eten, al heb ik niet veel trek. Mijn zin in ‘iets zouts’ heb ik al gestild met een klein zakje chips. Maar ik moet nog wel iets meer eten, anders kom ik morgen de volgende Ardenner heuvels niet op.
Gelukkig viel de regen mee vandaag! Je moet wel fatsoenlijk eten hoor, een zakje chips is echt niet genoeg! *hoor mamma kloek*, haha* zijn die scholieren nog teruggekomen?
Ja, ze zijn terug, maar wel wat makker dan vanmiddag, ze hebben zeker iets vermoeiends gedaan.