Over de camping in Bullerstorf heb ik twee punten om te klagen. Ten eerste de afwezigheid van toiletpapier, al word je daar zelfs bij de receptie al voor gewaarschuwd, en ten tweede het ontbreken van spanning op de stopcontacten in het toiletgebouw. Zou dat nou bedoeld zijn om te voorkomen dat mensen hun telefoon en powerbank gaan opladen? Een beetje zielig wel. Maar alvast een spoiler, ik ben de dag stroomgewijs goed doorgekomen.
Nou had ik een beeld bij de Elberadweg die ik ging volgen, van mooie goed geasfalteerde of geplaveide wegen met vrijwel geen hoogteverschil, ik volgde immers een rivier.
Hoe naïef! De eerste dertig km ging conform de verwachting, maar toen zat ik toch ineens weer op een “unpaved road” als ik mijn navigatie-apparaatje even mag citeren. En ik weet inmiddels heel goed wat dat hier betekent. Dan gaat het van hobbeldebobbel, en van uitkijken dat je niet in te diepe kuilen schiet, en meer van die zaken die de ontspanning niet ten goede komen, en die ook maken dat je nauwelijks om je heen durft te kijken.
Maar goed, ik geef toe, het overgrote deel was heel behoorlijk geplaveid. En oh ja, dat hoogteverschil. Het was toch niet heel plat. Een keer ging zelfs mijn navigatie-apparaatje aankondigen dat er een beklimming kwam. Nou, dat doet hij niet voor een klimmetje van tien meter. Dat was heel stevig, en ook natuurlijk op zo’n hotseknots kiezelpad.
Maar ik wil niet klagen, want alleen maar de landkant van een dijk bekijken, zoals mijn dag begon, wordt op den duur ook een beetje saai.
Soms gingen we wat van de rivier af. En zo kwamen we door Neu Darchau (ja, ik las het ook eerst verkeerd), en daar is het overgrote deel van de bevolking niet blij, want er schijnt een brug over de Elbe gebouwd te gaan worden. Dus veel posters met “Kein Brücke”, maar ook enkele jazeggers.
Bij een onduidelijk punt ging ik eerst gewoon rechtdoor omdat ik een bordje over het hoofd zag. Er werd een nieuwe weg aangelegd, en wij van de Elberadweg werden omgeleid. Ik was al met een half oog aan het kijken naar een shortcut naar de camping, en Google Maps wist daar wel wat voor (ik leer het ook nooit, vertrouw nooit op GM als het om fietsroutes gaat), dus ik dat een stukje volgen. De wegkwaliteit werd allengs slechter, en eigenlijk weet je het dan al: het gaat nog slechter worden. Toen dat inderdaad alras bleek ben ik teruggegaan, dan maar weer braaf de omleiding volgen.
Ondertussen was het steeds heviger gaan waaien. Mijn weerapp had het over West 4, dat leek me aan de lage kant. Toen ik zo’n tien, twaalf km voor de camping was zag ik in mijn spiegeltje steeds donkerder wolken, steeds dichterbij komen. Ik had eerst nog de hoop om voor regen en onweer op de camping aan te komen, maar ik zag al spoedig de hopeloosheid van dat streven in. Ik zag een bushokje (zie foto) en ik dacht: die is voor mij. En tien minuten later regende en onweerde het. Ik heb een klein uurtje in het hokje gezeten, en toen was het weer droog. Dwz, er viel geen regen meer uit de wolken, maar wel uit de bomen. Daar ging ik toch maar niet op wachten.
Ik was nog even bevreesd dat ik niet op de camping kon staan, ik dacht dat het een huisjespark was. En dat was het ook. Maar gelukkig hadden ze ook een ‘Zeltwiese’. En ze hadden ijsjes bij de receptie. Dat ze dat nou toch niet overal hebben, ik heb genoten.







