Toen ik vanochtend vanachter het raam naar het regenachtige uitzicht zat te kijken, en vervolgens bij het weerbericht las dat het in de loop van de middag zou gaan opknappen besloot ik het nog maar even af te wachten. Maar dat opknappen liet best lang op zich wachten. Bovendien zouden we vanmiddag ‘iets’ gaan doen. Het lopen moest dan maar na dat ‘iets’ gaan gebeuren.
Het werd het Dordrechts Museum waar we sinds de grootscheepse verbouwing nog niet geweest waren. Ik vond het een groot succes. Een museum om als stad trots op te zijn. Ik heb me voorgenomen om er vaker zomaar eens binnen te lopen, met mijn Museumkaart kost tenslotte helemaal niks.
Maar dat bezoek duurde langer dan ik van tevoren dacht, en toen we uiteindelijk thuis waren was het al half zes geweest. Ging ik dat nog wel redden, hardlopen voor het eten. Met de welwillende medewerking van de huisgenoten bleek het mogelijk om later te eten dan we normaal doen op zondag, en zo kwam het toch nog goed. En het mooie was, terwijl ik mij verkleedde viel er nog een bui, maar ik liep uiteindelijk hoofdzakelijk in de zon! Er lagen aangenaam veel plassen langs mijn route van 10 km, het lopen ging lekker, en toen ik thuis kwam had ik nog tijd om te douchen, en toen kon ik aanschuiven om de door dochter gemaakte maaltijd te verorberen. Tijdens het eten viel er nog een bui.
Het was een goede loopweek, met in totaal 27 loopkilometers. De opbouw vordert gestaag.
Hallo Peter,
Een mooie zondag, zeker als je de uitdrukking “het stort altijd in Dordt” ooit eens hebt horen vallen!