Niet dat ik me ziek of zo voel. Maar op de een of andere manier wil het lopen sinds de jaarwisseling nog niet echt op gang komen. Ik heb al gauw een smoes om maar niet op pad te gaan. Door de week is het druk op mijn werk (geen smoes) waardoor het al gauw donker is voor ik thuis ben. Dan zou ik best nog op de atletiekbaan kunnen gaan lopen, maar dat vind ik eigenlijk lang niet altijd zo leuk. De weekends zijn ook makkelijk gevuld met van alles, waardoor het lopen in het gedrang dreigt te raken.

Ik ben de eerste januari wel met lopen begonnen. Dat hoort eigenlijk ook wel een beetje. Het is een goede afsluiting van een periode waarin eten wat meer en lopen wat minder op de voorgrond staat. Bovendien heerst er ook altijd wel een speciale sfeer op deze dag. Het was deze keer wat mistig, vrijwel windstil en het deed zo ongerept aan. Omdat het wel erg fris was besloot ik met schoenen aan te lopen. Dat was achteraf gezien misschien niet zo’n goed idee, en al helemaal niet de afstand (16,8 km) die ik gelopen heb. Het ging een groot deel van de training wel goed, maar zo’n 3-4 kilometer voor het einde kreeg ik last van allebei (!) mijn knieën. Met zo nu en dan wat rekken en wandelen kwam ik wel thuis, maar ik heb de dagen er na vrij veel last van stijve knieën gehad.
De zaterdag na Nieuwjaarsdag was dat wel weer zover verdwenen dat ik weer 10 km kon lopen. Zonder schoenen deze keer.

De afgelopen week heb ik op maandag op de baan gelopen. Op Chat’n’Run schreef ik er dit over:

Omdat ik vanavond nog moest werken (daar ben ik nu mee bezig 8) ) stond ik mezelf toe om vroeg in de middag naar huis te gaan. Mogelijk kon ik nog wat gaan lopen. Een duidelijk plan had ik nog niet in mijn hoofd.
In eerste instantie wilde ik een gewone wegtraining gaan doen, maar ik had eigenlijk geen zin om min of meer van de dijken gewaaid te worden. Het stormde weliswaar niet echt, maar er stond toch wel een stevige wind.
Okee, naar de baan dan maar, laten we weer eens wat gaan intervallen was de gedachte. Eerst 3 km inlopen, dan 15 X 200 + p, en dan weer 3 km uitlopen. Toen ik echter bij de baan aankwam moest ik zo langzamerhand helemaal niet meer denken aan een intervaltraining.
Nou ja dacht, ik ga sowieso een kilometer of 3-4 inlopen, dan zie ik daarna wel wat ik ga doen. Of ik ga dan alsnog een intervaltraining doen, of ik doe daarna nog wat kilometers op de baan en ga weer naar huis. Gewoon een duurloopje op de baan.

Na de eerste 4 km had ik nog steeds geen zin in de interval training, dus ik liep maar gewoon door, kilometers in zo’n 5’45", wat voor mij helemaal zo beroerd niet is, en ondertussen was ik maar bezig in mijn hoofd. Hoeveel ga ik nu nog doen? Stoppen na 4 was uitgesloten, leuk voor als je herstellend bent na een blessure, maar voor zo’n stukje ging ik toch niet ‘helemaal’ naar de baan. Goed, doorgaan dus, maar toen ik in de buurt van de 6 kwam wist ik het eigenlijk nog steeds niet. Stoppen na 6 km, tja, ik had er eigenlijk wel zin in, maar ik vond het gewoon te weinig. 🙂
Ondertussen bedacht ik natuurlijk ook nog dat als het zo doorging dat ik misschien pas na 12 km zou stoppen, en ik begon zo langzamerhand zelf benieuwd te worden hoe dit spelletje in mijn hoofd zou eindigen.
Nou, ik was het na 8 km dusdanig zat dat ik er acuut me opgehouden ben. 🙂
Toch ook wel lekker gelopen. 😉

Dat ging vandaag gelukkig een stuk beter. Nadat ik vanmorgen had staan kleumen aan de zijlijn bij het voetbalveld om dochterlief te zien spelen (het werd 2 – 2) kwamen we op de terugweg langs de supermarkt waar op zaterdag altijd een visboer staat. We lieten ons verleiden om kibbeling mee naar huis te nemen. Dat was erg lekker, maar het duurde wel even voor ik me goed genoeg voelde om te gaan lopen. De zon was inmiddels gaan schijnen, en de wind wat afgenomen. Het bleek perfect hardloopweer. De straat voelde door de zon aangenaam aan de voeten en ook verder was het lekker buiten. Ik ging weg om ruim 8 km te lopen, maar besloot er uiteindelijk nog een stukje aan te knopen zodat het tien km werd.

Morgen gaan we naar de zeventiger jaren tentoonstelling in het Noord-Brabants museum. Om half elf met de trein naar Den Bosch, en voor die tijd hoop ik nog te kunnen hardlopen. Het liefst zou ik mijn 12 km route lopen, maar als ik dan uiterlijk half tien weer thuis wil zijn moet ik niet later dan kwart over acht van huis gaan. Dan kan het echter nog wel behoorlijk fris zijn, een graad of drie schat ik. Nou ja, ik sta wel om half acht op, en dan zie ik wel hoe het buiten is. Het is trouwens om kwart over acht ook nog niet echt licht, maar dat duurt dan niet zo lang meer, dus dat durf ik dan wel aan. Verslag volgt!