Zomers, zo mag je deze omstandigheden bijna noemen. De wereld zag er vriendelijk uit. De natuur draait op volle toeren. Kon ik vorige week met veel moeite een bloeiend speenkruidje vinden, nu staan de gele bossen je tegemoet te glimmen. Paarse dovenetel, uitbundig veel klein hoefblad (met zelfs al weer uitgebloeide pluizenkopjes), dotters, paardebloemen in wording (je kunt nu goed zien waar de engelse naam Dandelion vandaan komt), een paar decimeter fluitekruid etc. etc.
Ik heb op mijn gemakje gelopen, dat moge duidelijk zijn. Alleen toen er boven mijn hoofd een paar buizerds (denk ik) zweefden was ik iets minder gerust. Ik kan me van voorgaande jaren nog goed herinneren dat lopers (vooral de exemplaren met een kale knar) soms worden aangevallen door deze rovers…
Tot slot heb ik ook nog een gezellig gesprekje gehad met een voorbijganger over de geneugten van het BV-lopen.