Tijdens de blotevoetenlopersbijeenkomst bij Haarlem enige tijd geleden had ik het met Martin over het wel of niet toegeven aan ‘geen zin om te lopen’. Ik maakte toen onderscheid tussen ‘structureel geen zin’, daar kon je maar beter aan toegeven, en ‘incidenteel geen zin’, deze categorie moest bestreden worden. De afgelopen twee weken had ik geen zin, en ik hoop maar dat het structureel was, want anders heb ik aardig gefaald in het bestrijden van de ‘geen zin'(=onzin?).

Afijn, de afgelopen dagen begon het niet-lopen me dusdanig tegen te staan dat ik mezelf vanmorgen na het opstaan (even na zes uur) vrij eenvoudig op pad kreeg. Niet overdrijven de eerste keer, ook al is de neiging er wel, dus niet te ver en niet te snel. Dat is met een slakkengang 8,5 km lopen prima gelukt. Mijn linker Achillespees voelt zo nu en dan een beetje strak. Ik moet de trapoefening maar weer eens een tijdje op het programma zetten.