Het weer zag er onweerstaanbaar lekker uit. De zon kwam er niet echt door, maar er was wel wat breking in de bewolking. Het fietspad was nat, en daardoor in eerste instantie koud aan de voeten, maar voor ik op de helft was had ik daar geen last meer van.
Aangezien mijn vorige loopexercitie 10 dagen geleden nogal wat spierpijn in de kuiten had opgeleverd heb ik het rustig aan gedaan. Vijf minuten lopen gevolgd door een minuut wandelen.

Nadat ik vorige week van Bob een schop onder mijn kont had gekregen, en ik dit weekend bijna in een adem het boek "Waarover ik praat als ik over hardlopen praat" van Haruki Murakami had gelezen kon ik het niet meer maken nog langer te wachten met mijn eerste marathonvoorbereiding. Mede-blootvoeter Matthijs is erg voor het kortere werk bij het starten van loopopbouw, maar ik merk dat dat bij mij de drempel alleen maar hoger maakt om er aan te beginnen. Ik doe dus maar gewoon ‘mijn eigen ding’ en ga eerst maar weer eens rustig opbouwen naar een 10 km. Dat zal de eerste paar weken hoofdzakelijk gaan zoals vandaag, met ingebouwde rusten, geleidelijk aan worden dat er minder. Het belangrijkste is mezelf niet over de kop te werken, want blessures houden alleen maar op.